This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
* Eenmanszaak: - met personeel
- zonder personeel (zzp-er =
zelfstandige zonder personeel)
* Vof (Vennootschap onder firma)
* Bv (Besloten vennootschap)
* Nv (Naamloze vennootschap)