Inkomstenbelasting berekenen

Inkomstenbelasting berekenen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Inkomstenbelasting berekenen

Slide 1 - Slide

Begrippen:
  • Inkomstenbelasting
  • Progressief belastingstelsel
  • Brutoloon
  • Nettoloon
  • Loonheffing
  • Box 1 Box 2 Box 3
  • Inkomstenbelasting
  • Premie Volksverzekeringen
  • Premie werknemersverzekering
  • Bijtellingen
Begrippen:
  • Aftrekposten
  • Eigen Woning Forfait
  • OZB
  • Belastbaar inkomen
  • Schijventarief
  • Heffingskortingen
  • Belastingdruk

Slide 2 - Slide

Inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting (IB) is in Nederland een vorm van directe belasting die betaald wordt over het inkomen van een natuurlijke persoon. 

Mensen die in loondienst zijn, betalen loonbelasting. De werkgever staat de loonbelasting dan weer af aan de Belastingdienst.








De loonbelasting die wordt ingehouden op je brutoloon is een voorheffing op de IB.

Slide 3 - Slide

Progressief belastingtarief
Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt.

Slide 4 - Slide

Nettoloon berekenen
Nettoloon = 
Brutoloon - Loonheffing - Premie werknemersverzekering
Loonheffing = Loonbelasting + premies volksverzekeringen

Voor het berekenen van de inkomstenbelasting berekenen alles naar een jaar. Bijv. bruto loon is dus bruto JAAR loon.








Slide 5 - Slide

Verzekeringen
De werknemersverzekeringen zijn:
  • Werkloosheidswet (WW)
  • Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
  • Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
  • Ziektewet (ZW)









Slide 6 - Slide

Verzekeringen
Volksverzekeringen zijn:
  • AOW (Algemene ouderdomswet)
  • ANW (Algemene Nabestaandenwet)








Slide 7 - Slide

Inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting (IB) =
te betalen belasting van Box 1 + Box 2 + Box 3 - heffingskorting(en)


Slide 8 - Slide

Boxen
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten inkomens, deze zijn onderverdeeld in boxen.

BOX 1: belasting over inkomen uit werk en eigen woning
BOX 2: belasting over aanmerkelijk belang
BOX 3: belasting over inkomen uit sparen en beleggen (vermogen)

Slide 9 - Slide

Box 1 belasting over inkomen uit werk en eigen woning
  • belasting over inkomen uit werk en eigen woning
  • inkomen uit werk is loon of nettowinst
  • als je een eigen woning hebt of een auto van de zaak moet je een bedrag bij je inkomen optellen, en daar moet je dus belasting over betalen (bijtellingen)
  • je mag bepaalde kosten zoals hypotheekrente, goede doelen en reiskosten aftrekken van je inkomen, zodat je minder belasting hoeft te betalen (aftrekposten)

Slide 10 - Slide

Bijtelling: Eigenwoningforfait
Het eigenwoningforfait is een bedrag dat de wij in uw belastingaangifte bij uw inkomen tellen. Maar alleen als u een koopwoning hebt die uw hoofdverblijf is.

Dit is een percentage van de WOZ-waarde van de woning. 
De WOZ waarde is de heffingsgrondslag, dit is het uitgangspunt voor de berekening.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bijtelling: Auto van de zaak
  • x % van de cataloguswaarde zolang de auto in je bezit is
  • % is afhankelijk van elektrisch/hybride/diesel of benzine
        elektrisch 12% van de cataloguswaarde 
        diesel of benzine 22% van de cataloguswaarde    
        cataloguswaarde is op de site van de RDW te vinden per kenteken


Slide 13 - Slide

Aftrekposten
Hypotheek rente aftrek:
alle kosten die te maken hebben met de aankoop van een woning die je hoofdverblijf is zoals:
- hypotheek rente
- financieringskosten
    + taxatiekosten
    + notariskosten 

Slide 14 - Slide

Aftrekposten
Goede doelen:
giften aan een erkende ANBI-instelling (Algemeen Nut Beogende Instelling) zoals Amnesty International of museum 

Reiskosten:
afhankelijk van de afstand tot je werk mag je een vast bedrag als aftrekpost opvoeren

Slide 15 - Slide

Box 2 Inkomen uit aanmerkelijk belang
In box 2 staat het inkomen uit aanmerkelijk belang. 
Heb je bijvoorbeeld aandelen in een vennootschap? Dan betaal je belasting over het verkregen voordeel.

Slide 16 - Slide

Box 3 Inkomen uit sparen en beleggen (vermogen)
Over het vermogen boven een drempelbedrag betaal je x% belasting.
Vermogen is:
- banksaldo's
- vorderingen 
- 2e woning
- beleggingen

Slide 17 - Slide

Belastbaar inkomen Box 1
Over het belastbaar inkomen betaal je IB aan de hand van het schijventarief

Belastbaar inkomen = 
Bruto loon + bijtellingen - aftrekposten


Slide 18 - Slide

Schijventarief
Tarieven box 1 (2023):
Schijf     Belastbaar inkomen               Percentage
1                tot € 73.032                               36,93%
2                vanaf € 73.032                        49,50%








Slide 19 - Slide

Heffingskortingen
Heffingskortingen zijn kortingen op de belasting. Hierdoor hoef je minder belasting te betalen. Meestal heb je recht op 1 of meer van de volgende heffingskortingen.
  • algemene heffingskorting
  • arbeidskorting (mensen met inkomen uit arbeid)
  • inkomensafhankelijke combinatiekorting (alleenstaande of minstverdienende met werk en kind tot 12 jaar)
  • heffingskortingen voor AOW-gerechtigden
  • jonggehandicaptenkorting

Slide 20 - Slide

Heffingskortingen 
Algemene heffingskorting 2023
U bereikt in 2023 nog niet de AOW-leeftijd
Belastbaar inkomen uit werk en woning Algemene heffingskorting
tot € 22.661                                       € 3.070
vanaf € 22.661 tot € 73.031        € 3.070 - 6,095% x (belastbaar inkomen uit werk en 
                                                                 woning - € 22.660)
vanaf € 73.031 € 0

Slide 21 - Slide

Heffingskortingen 
Arbeidskorting 2023
U bereikt in 2023 nog niet de AOW-leeftijd
tot € 10.741                                   8,231% x arbeidsinkomen
vanaf € 10.741 tot € 23.201    € 884 + 29,861% x (arbeidsinkomen - € 10.740)
vanaf € 23.201 tot € 37.691    € 4.605 + 3,085% x (arbeidsinkomen - € 23.201)
vanaf € 37.691 tot € 115.295  € 5.052 - 6,510% x (arbeidsinkomen - € 37.691)
vanaf € 115.295                           € 0

arbeidsinkomen = belastbaar inkomen

Slide 22 - Slide

Heffingskortingen 
Inkomensafhankelijke combinatiekorting 2023
in 2023 nog niet de AOW-leeftijd
tot € 5.548                                     Geen
vanaf € 5.548 tot € 29.076     11,45% x (arbeidsinkomen - € 5.547)
vanaf € 29.076                             € 2.694

Slide 23 - Slide

Belastingdruk
Belastingdruk is de mate waarin de belastingheffingen drukken op het besteedbaar inkomen oftewel bruto inkomen








Slide 24 - Slide

Stappenplan berekening IB
Stap 1 --> Bereken het belastbaar inkomen in Box 1
Stap 2 --> Bereken de belasting adhv schijventarief
Stap 3 --> Bereken de belasting van Box 2
Stap 4 --> Bereken de belasting van Box 3
Stap 4 --> tel de belastingen van Boxen bij elkaar op
Stap 5 --> verminder het totaal bedrag met de heffingskortingen 









Slide 25 - Slide

Rekenvoorbeeld 01
Jules en Marie wonen samen met hun twee kinderen van 6 jaar en 15 jaar in een rijtjeswoning die ze vorig gekocht hebben voor € 350.000,--. De WOZ-waarde van deze woning is € 250.000,--. De hypotheekrente is 4,50%.  Ze hebben een hypotheek gekregen van € 325.000,--.
Op de jaaropgave van Jules staat een bedrag van € 75.000,--  en op die van Marie staat € 50.000,--.
Jules en Marie zijn toe aan een nieuwe auto en zijn bij de BMW garage langs geweest en zagen daar een BMWi (elektrisch) staan voor de prijs van € 100.000,-- . Op de site van de RDW is de cataloguswaarde € 150.000,--. De dag erna is Jules naar zijn werkgever gegaan en kreeg toen het blijde nieuws: je krijgt de auto van de zaak. Marie krijgt van haar werkgever een vast bedrag aan reiskosten van € 100,-- per maand.
Nu ze de BMWi niet zelf hoeven aan te schaffen hoeven ze hun spaarpot van € 75.000,--  niet aan te spreken. Ze hoeven zelfs hun vakantiewoning met een WOZ-waarde van € 60.000,-- niet te verkopen..
                         Bereken het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting EN bereken de belastingdruk van Jules.

Gebruik de bedragen, percentages en tabellen die in deze lessonup zijn vermeld.
Box 3 --> over het vermogen van meer dan € 50.000,-- wordt gerekend met een rendement van 4%.









Slide 26 - Slide

Rekenvoorbeeld 02 (01)
Karel en Hermien wonen samen met hun twee kinderen van 6 jaar en 15 jaar in een rijtjeswoning die ze vorig gekocht hebben voor € 250.000,--. De WOZ-waarde van deze woning is € 200.000,--. De hypotheekrente is 3,50%.  Ze hebben een hypotheek gekregen van € 300.000,--. Op de jaaropgave van Karel staat een bedrag van € 85.000,--  en op die van Hermien staat € 45.000,--.  Karel en Hermien zijn toe aan een nieuwe auto en zijn bij de BMW garage langs geweest en zagen daar een BMWi (elektrisch) staan voor de prijs van € 125.000,-- . Op de site van de RDW is de cataloguswaarde € 70.000,--. De dag erna is Karel naar zijn werkgever gegaan en kreeg toen het blijde nieuws: je krijgt de auto van de zaak. Marie krijgt van haar werkgever een vast bedrag aan reiskosten van € 120,-- per maand. Nu ze de BMWi niet zelf hoeven aan te schaffen hoeven ze hun spaarpot van € 80.000,-- niet aan te spreken. Ze hoeven zelfs hun vakantiewoning met een WOZ-waarde van € 75.000,-- niet te verkopen..
Ze hebben hun aandelen van Heineken BV verkocht voor een bedrag van € 50.000,--. De Belastingdienst rekent met een rendement van 2,50%
                         Bereken het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting EN bereken de belastingdruk van Karel en Hermien.

Gebruik de bedragen, percentages en tabellen die in deze lessonup zijn vermeld.
Box 3 --> over het vermogen van meer dan € 40.000,-- wordt gerekend met een rendement van 3%.








Slide 27 - Slide

Rekenvoorbeeld 02 (02)
Nu ze de BMWi niet zelf hoeven aan te schaffen hoeven ze hun spaarpot van € 80.000,--  niet aan te spreken. Ze hoeven zelfs hun vakantiewoning met een WOZ-waarde van € 75.000,-- niet te verkopen.. 
Ze hebben hun aandelen van Heineken BV verkocht voor een bedrag van € 50.000,--. De Belastingdienst rekent met een rendement van 2,50%
                         Bereken het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting EN bereken de belastingdruk van Karel en Hermien.

Gebruik de bedragen, percentages en tabellen die in deze lessonup zijn vermeld.
Box 3 --> over het vermogen van meer dan € 40.000,-- wordt gerekend met een rendement van 3%.









Slide 28 - Slide