Voorzetsels kerst

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Doel van de les

Ik kan een voorzetsel herkennen in een zin en het juiste voorzetsel gebruiken.

Voorzetsels

Voorzetsels geven aan waar of wanneer 

iets gebeurd:

- De kerstman staat voor de kerstboom

- De pannenkoeken liggen op het bord

- Na schooltijd hebben wij het kerstdiner

Welke voorzetsels passen er allemaal bij?

Voorzetsels

Wat is het voorzetsel in deze zin:

Het cadeau ligt onder de kerstboom

1. Het
2. Cadeau
3. Onder
4. Kerstboom

Wat is het voorzetsel in deze zin:

De slee van de kerstman hangt achter de rendieren

1. De
2. Slee
3. Kerstman
4. Achter

Welk voorzetsel past in deze zin:

Vrijdag .... schooltijd hebben wij kerstvakantie!

1. na
2. voor
3. tijdens
4. naast

Welk voorzetsel past in deze zin:

... het kerstdiner is er een heleboel lekker eten.

1. na
2. achter
3. tijdens
4. onder

Welke van deze woorden is GEEN voorzetsel?

1. Slee
2. Tussen
3. Naast
4. Voor

Welke van deze woorden is GEEN voorzetsel?

1. Na
2. Om
3. Vanaf
4. Het

Dus.... je hebt twee verschillende soorten voorzetsels

voorzetsel van tijd (wanneer?)

voorzetsel van plaats (waar?)

Noem een voorzetsel van tijd

Noem een voorzetsels van plaats

Hoe ging het? Sleep naar de smiley die het beste erbij past.