23 Maart 2023 Klas 4

timer
3:00
Pak je pen.

 Maak de opdrachten op papier, in stilte! (sla het laatste punt even over)

Uitkomst: Nu weet je wat je wil leren deze les!

Al klaar? Maak je eigen vertaalopdracht!
Startopdracht
1
2
3
4
1 / 48
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

timer
3:00
Pak je pen.

 Maak de opdrachten op papier, in stilte! (sla het laatste punt even over)

Uitkomst: Nu weet je wat je wil leren deze les!

Al klaar? Maak je eigen vertaalopdracht!
Startopdracht
1
2
3
4

Slide 1 - Slide

Welcome class 4!
Today:

  • Welcome!
  • Looking back
  • Lesson aims
  • Planning
  • Instruction
  • Work!
23rd of March 2023

Slide 2 - Slide

What did you learn last week?

Slide 3 - Open question

  • By the end of the lesson you know who your teacher is and how to contact him when you have questions.

  • By the end of the lesson you understand the different reading strategies that exist + are able to use them in an exercise.

  • By the end of the lesson you have (almost) finished the reading text exercise.
Lesson aims

Slide 4 - Slide

Who am I?
Contact:
m.veening@rsgdeborgen.nl
Bericht via Teams
  • Name: Mr. Veening
  • English teacher at the Ronerborg


  • Any questions??




Slide 5 - Slide

Classroom Rules
  1. Iedereen luistert naar de uitleg en is stil tijdens de uitleg.

  2. Heb je een vraag? Steek je hand op!

  3. Wees voorzichtig met jouw en andermans spullen.

  4. Alle andere schoolregels!

Slide 6 - Slide

Planning
  • Week 11: SE Leesvaardigheid, uitleg leesstrategieën, kennismaking, leestekst, etc.

  • Week 12: Leestekst uit week 11 nakijken + andere leesteksten oefenen (klassikaal).

  • Week 13: Leestekst oefenen / nakijken, afsluiting.

Slide 7 - Slide

Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? = hoe je een tekst leest.


- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 8 - Slide

Leesstrategieën
How do you know which one to use? = lees eerst de vraag, bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt en waar in de tekst je het kunt vinden. 


Slide 9 - Slide

 Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen
Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten
Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker
Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 15 - Drag question

Oriënterend lezen
  • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
  • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
  • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

Dit doe je altijd van te voren

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Globaal lezen

Slide 18 - Slide

Globaal lezen/ skimmen
  • Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
  • Maak je niet druk om moeilijke woorden.
  • Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
  • Kijk naar opvallende stukjes 
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin. 
  • Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord. 

Slide 19 - Slide

zoekend lezen

Slide 20 - Slide

Zoekend lezen/ scannen
  • Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

1. How much discount do you get off printers?
A
80%
B
50%
C
25%
D
30%

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

2. The sale begins on....
A
16 May
B
25 April
C
17 May
D
24 April

Slide 25 - Quiz

Work!
TL:
https://static.examenblad.nl/9336115/d/ex2015/GT-0071-a-15-1-o.pdf
https://static.examenblad.nl/9336115/d/ex2015/GT-0071-a-15-1-b.pdf

HAVO:
https://www.examenblad.nl/examendocument/2015/cse-2/engels-havo/opgaven/2015/havo/f=/HA-1002-a-15-2-o.pdf

https://www.examenblad.nl/examendocument/2015/cse-2/engels-havo/bijlage/2015/havo/f=/HA-1002-a-15-2-b.pdf

Slide 26 - Slide

Work!
KB:
https://static.examenblad.nl/9336115/d/ex2015/KB-0071-a-15-2-o.pdf
https://static.examenblad.nl/9336115/d/ex2015/KB-0071-a-15-2-b.pdf

BB:
https://static.examenblad.nl/9336115/d/ex2015/BB-0071-a-15-1-o.pdf
https://static.examenblad.nl/9336115/d/ex2015/BB-0071-a-15-1-u.pdf

Slide 27 - Slide

  • By the end of the lesson you know who your teacher is and how to contact him when you have questions.

  • By the end of the lesson you understand the different reading strategies that exist + are able to use them in an exercise.

  • By the end of the lesson you have (almost) finished the reading text exercise.
Lesson aims

Slide 28 - Slide

Welke leesstrategie heb jij toegepast voor de eerste tekst?

Slide 29 - Open question

Next lesson
  • Homework: Work on the exercises!

  • Unit 3.2 grammar!


  • Any questions? Raise your hand!





Thank you for your attention!
Have a nice day!

Slide 30 - Slide

Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? = hoe je een tekst leest.


- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 31 - Slide

Leesstrategieën
How do you know which one to use? = lees eerst de vraag, bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt en waar in de tekst je het kunt vinden. 


Slide 32 - Slide

 Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen
Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten
Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker
Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 38 - Drag question

Oriënterend lezen
  • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
  • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
  • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
  • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

Dit doe je altijd van te voren

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Globaal lezen

Slide 41 - Slide

Globaal lezen/ skimmen
  • Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
  • Maak je niet druk om moeilijke woorden.
  • Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
  • Kijk naar opvallende stukjes 
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin. 
  • Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord. 

Slide 42 - Slide

zoekend lezen

Slide 43 - Slide

Zoekend lezen/ scannen
  • Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

1. How much discount do you get off printers?
A
80%
B
50%
C
25%
D
30%

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

2. The sale begins on....
A
16 May
B
25 April
C
17 May
D
24 April

Slide 48 - Quiz