2.3 Geld lenen kost geld

2.3 Geld lenen kost geld
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.3 Geld lenen kost geld

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat lenen is en wat voor redenen je kunt hebben om geld te lenen.
  • Je weet dat je een lening moet aflossen en dat je er rente over moet betalen.


  • Je kunt de kosten van een lening berekenen.
  • Je kunt een percentage berekenen.





Slide 2 - Slide

Je hebt €550,- gespaard.
Je krijgt 5% rente.
Hoeveel rente krijg je dan?

( Rentebedrag (per jaar) = percentage : 100 x spaarbedrag )
A
€ 2,70,-
B
€ 27,50,-
C
€ 0,27,-
D
€ 257,-

Slide 3 - Quiz

Lenen
  •  Als je geld tekort hebt kan je ook geld lenen 
    - Geld van een ander gebruiken

  • Dit kan je doen omdat: 
  1. Je iets duurs wilt kopen en niet wilt wachten
  2. Je hebt plotseling veel geld nodig
  • Een lening is alleen niet gratis!!

Slide 4 - Slide

Aflossen
  • Geld lenen bij familie of vrienden gratis/goedkoop
  • Bij de bank lenen mag pas vanaf 18 jaar!
    - Is zelfs in de wet gezet
  • Stel je gaat lenen dan: 
  1. Bepaal je hoelang je terug moet betalen 
  2. Bepaal je de rente over je lening
  • Terugbetalen van geleend geld: aflossen

Slide 5 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.3
Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 6 - Slide

2.3 Geld lenen kost geld

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat lenen is en wat voor redenen je kunt hebben om geld te lenen.
  • Je weet dat je een lening moet aflossen en dat je er rente over moet betalen.


  • Je kunt de kosten van een lening berekenen.
  • Je kunt een percentage berekenen.





Slide 8 - Slide

Lening
  • Je maakt altijd afspraken bij een lening
  1. Hoeveel geld leen je?
  2. Hoelang ga je dit aflossen?
  • Het bedrag dat je elke maand aflost is het: maandtermijn 
  • Naast het aflossen betaal je ook extra rente!
    - Al het extra betaalde zijn de kosten van de lening

Slide 9 - Slide

Percentage = deel ÷ geheel × 100%
  • Een lening moet je terugbetalen + rente. Dus hoe bereken je de rente?

  • Voor een lening van € 250 heb je € 16,25 rente betaald. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Slide 10 - Slide

Percentage = deel ÷ geheel × 100%
  • Voor een lening van € 250 heb je € 16,25 rente betaald. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?
  1. Stap 1 Maak van de vraag een som. 16,25 = …% van 250
  2. Stap 2 Deel het bedrag dat je in procenten wilt uitdrukken door het totaal. 16,25 ÷ 250 = 0,065
  3. Stap 3 Vermenigvuldig de uitkomst met 100 en zet er het %-teken achter. 0,065 × 100 = 6,5%
  • De stappen 2 en 3 kunnen ook in één keer: 16,25 ÷ 250 × 100% = 6,5%.

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.3
Opdracht 1 t/m samenvatting

Slide 12 - Slide