Nederlands 3GTA 8 september

timer
10:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

  • Materiaalcheck


Slide 2 - Slide


  • Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden en sorteren
  • Ik kan een goede hoofdgedachte formule
  • Ik heb de theorie van de afgelopen twee jaar herhaald

Slide 3 - Slide

Materiaalcheck
Leg de volgende dingen op je tafel:
Je boek voor Nederlands (nieuw Nederlands)
Laptop
Etui of anders minimaal 2 pennen
Schrift voor Nederlands
Leesboek of tijdschrift


Slide 4 - Slide

Gouden regels
  • Niet roepen door de klas, je steekt je hand op als je iets wil zeggen
  • Je behandelt elkaar met respect, je bent vriendelijk voor elkaar
  • Tijdens de les ben je bezig met het vak Nederlands, niet met andere dingen bijvoorbeeld op je laptop

Slide 5 - Slide

Wat verwacht ik van jullie
  • Respect
  • Veiligheid
  • Vriendelijkheid
  • Discipline

Slide 6 - Slide

Hoe heb jij sinds binnenkomst 1 van de waarden zichtbaar gemaakt?

Slide 7 - Open question

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 8 - Quiz

Wat is een hoofdgedachte? En hoe bepaal je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 9 - Open question

Tekstdoel: informeren.
Tekstdoel: Overtuigen.
Tekstdoel: Activeren.
reclameteksten
verkiezingsteksten
nieuwsbericht
recensie van een boek
columns

Slide 10 - Drag question


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 11 - Quiz

Tekstsoort?
A
aankondiging
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 12 - Quiz

Wat is de tekstsoort?
A
Advertentie
B
Tabel
C
Instructie

Slide 13 - Quiz

oriënterend lezen
anders
titel
alles lezen
afbeeldingen
iets opzoeken
inleiding
tussenkopjes

Slide 14 - Drag question

Titel
Begin van de alinea
Eind van de alinea
Illustratie
Tabel
Tussenkopjes
Bron

Slide 15 - Drag question

Oriënterend lezen is...
A
Alles doorlezen van begin tot eind
B
De titels en tussenkopjes + eerste zin van een alinea lezen
C
Op zoek gaan naar uitgebreide informatie
D
Bedenken of wat er in de tekst staat ook klopt

Slide 16 - Quiz

Bij precies lezen . . .
A
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt
C
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst

Slide 17 - Quiz

Bijzaken hoef je niet in een samenvatting te vermelden. Wat zijn bijzaken?

Slide 18 - Open question

In een samenvatting benoem je alleen de hoofdzaken van een tekst. Wat zijn hoofdzaken?

Slide 19 - Open question

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 20 - Drag question

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord:         want
Signaalwoord
    omdat
Signaalwoord:
      echter
Signaalwoord:
    maar

Slide 21 - Drag question


Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Het onderwerp in een tekst

Slide 22 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 23 - Quiz

" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden"
Tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 24 - Quiz

Feiten & meningen
Wat is een feit? En wat is een mening?
FEIT
MENING
Turnen is een gave sport
Het aantal calorieën in een Snickers is 321
Een iPhone 13 kost bij bol.com 810 euro. 
Het familieweekend in de Ardennen vond ik erg gezellig. 
Dat is duur!
Van regen word je nat.

Slide 25 - Drag question

Hoofdstuk 1.1 opdracht 6 en 7
Schrijf de antwoorden netjes in je schrift
Start met de datum
Zet het opdrachtnummer in de kantlijn
Zorg voor voldoende ruimte tussen je antwoorden.

Leg uit betekent ook echt leg uit.
timer
20:00

Slide 26 - Slide

Nakijken
Afspraken over nakijken:
  • Alle antwoorden staan goed in je schrift
  • Gebruik een andere kleur pen
  • Werk netjes

Slide 27 - Slide

Nakijken opdracht 4

Slide 28 - Slide

Nakijken opdracht 5

Slide 29 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 30 - Open question

Opdracht 6 en 7 Lezen H1.1

Slide 31 - Slide