Present simple individueel

Planning
5 minutes - study vocabulary week 4 (Quizlet)
10 minutes - grammar: present simple
15 minutes - exercises
10 minutes - game
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
5 minutes - study vocabulary week 4 (Quizlet)
10 minutes - grammar: present simple
15 minutes - exercises
10 minutes - game

Slide 1 - Slide

1

Slide 2 - Video

02:43
Wanneer gebruik je de present simple? Noem er drie.

Slide 3 - Open question

1

Slide 4 - Video

06:49
Bij wie krijg je een -s achter het werkwoord in de present simple?
A
He, she, it
B
We, you, they
C
You, you
D
I

Slide 5 - Quiz

1

Slide 6 - Video

Vraagzinnen & ontkenningen (niet-zinnen)

Bij I, you, we, you, they: 
Vraagzin: Voeg ''do'' toe aan het begin van de zin.
They walk to school -> Do they walk to school?

Ontkenning: Voeg ''don't'' toe aan de zin (achter het onderwerp)
We listen to music -> We don't listen to music

Slide 7 - Slide

Vraagzinnen & ontkenningen (niet-zinnen)

Bij he, she, it (SHIT regel):
Vraagzin: Haal -(e)s weg achter het werkwoord en voeg does toe aan het begin van de zin
She asks questions -> does she ask questions?

Ontkenning: Haal -(e)s weg en voeg doesn't toe achter het onderwerp
Leon studies hard -> Leon doesn't study hard.

Slide 8 - Slide

My brother ... (miss) his dog very much.

Slide 9 - Open question

Maak hier een vraagzin van:
My brother misses his dog very much.

Slide 10 - Open question

Maak hier een ontkennende zin (een niet-zin) van:
My brother misses his dog very much.

Slide 11 - Open question

They always ... (swim) during the summer.

Slide 12 - Open question

09:05
OPDRACHT: Door welk woord kan je het onderstreept gedeelte vervangen? Sleep de zinnen naar het juiste woord toe. (dus van boven naar beneden)
She
They
We
He
Lara and I always walk to school together.
Simon never asks any questions.
I wonder how Rachel and Ross are doing.
Cynthia 
washes her hair every two days.

Slide 13 - Drag question

Maak hier een vraagzin van: They always swim during the summer.

Slide 14 - Open question

Maak hier een ontkennende zin (een niet-zin) van: They always swim during the summer.

Slide 15 - Open question

Exercises
Maak opdracht E (2.2) op Learnbeat.

Finished?
Study vocabulary week 4

Slide 16 - Slide