est-ce français?

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour & bienvenue!

Bonjour & 

     bienvenue!

• Ga zitten op je eigen plek
• Pak je spullen (boek, schrift, pen, agenda)
• Stil bekijken: blz 6, 8, 16, 17
• Vul de plattegrond in

Important:

• Controle spullen: boek & schrift
  
• Controle gemaakt huiswerk
• Schrijf het hw aan het begin van de les in je agenda (staat elke les op het bord)

Programme

• Les choses importantes
• Start Chapitre 0 (p.7)
  
• Hw doornemen + noteren in agenda

Exercice 1a

Exercice 1c

Ex. 2a

C'est français? (Is het Frans?)

• Qui dit "oui"? --> vingers!
• Qui dit "non"? --> vingers!

C'est français? (Is het Frans?)

• Qui dit "oui"? --> vingers!
• Qui dit "non"? --> vingers!

Il est français? (Is hij Frans?)

• Qui dit "oui"?
• Qui dit "non"? 

C'est français? (Is het Frans?)

• Qui dit "oui"?
• Qui dit "non"? 

C'est français? (Is het Frans?)

Elle est française? (Is zijFrans?)

Vocabulaire A (p.16)

• pak je schrift --> aantekening
• uitleg voca
• luisteren + nazeggen
• uitleg woordjes leren 

Les devoirs pour le 3 septembre

Faire (maken/doen)	- Vertaal de opdrachten van bron B, gebruik p. 6: ex. 4ab, 6abd - Log in op SOM > tabblad Leermiddelen > Grandes Lignes
Apprendre (leren)	- Chapitre 0: vocabulaire A zoveel mogelijk :) leer Frans --> NL