Les 1.1 Organismen

Levend - dood - levenloos
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Levend - dood - levenloos

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Uitleg 1.1
Huiswerk 1.1 maken
Quiz

Slide 2 - Slide

Thema 1 Planten en Dieren
planten en dieren
Hoofdstuk 1 Organismen
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is
  • Je kunt de 7 levenskenmerken noemen
  • Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.




Slide 3 - Slide

Wat is een organisme?

Slide 4 - Open question

Organismen

Slide 5 - Slide

Organismen
Alle organismen hebben levenskenmerken
als iets leeft, is het een organisme
Wanneer een organisme geen 
levenskenmerken meer heeft 
is het dood
Dingen die nooit 
hebben geleefd zijn: levenloos

Slide 6 - Slide

Basisstof 1: Organismen
Organisme: levend wezen
Alle organismen hebben levenskenmerken

Slide 7 - Slide

Kun je een levenskenmerk bedenken? Vul hier je antwoord in!

Slide 8 - Open question

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Stoffen opnemen en afgeven
  • ademhalen
  • voeden
  • uitscheiden

Slide 9 - Slide

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Reageren op de omgeving
  • waarnemen
  • bewegen

Slide 10 - Slide

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Voortbestaan
  • voortplanten
  • groeien

Slide 11 - Slide

De zeven levenskenmerken

Slide 12 - Slide

Basisstof 1: Organismen
Levend, dood, levenloos
Levend: heeft levenskenmerken
Dood: geen levenskenmerken meer, maar heeft dat wel gehad
Levenloos: nooit levenskenmerken gehad

Slide 13 - Slide

Levend - dood - levenloos

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Aan het werk
Maak van basisstof 1.1
Opdracht 1 t/m 7
Opdracht 5 hoeft niet

Slide 16 - Slide

Wat bedoelen we met levensverschijnselen?
A
kenmerken van levenloze dingen
B
kenmerken van het leven
C
kenmerken van de dood
D
kenmerken van dode organismen

Slide 17 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
waarnemen
C
Dood gaan
D
Stromend water

Slide 18 - Quiz

groeien is
A
Nieuwe vorm krijgen
B
Ouder worden
C
Groter en zwaarder worden
D
Groter worden

Slide 19 - Quiz

Een levend wezen.
A
orgaan
B
cel
C
biologie
D
organisme

Slide 20 - Quiz

Wat is levend?
A
een boom
B
een deur
C
een lantaarnpaal
D
een herfstblad

Slide 21 - Quiz

Welke van onderstaande dingen is levenloos?
A
Een appel
B
Een steen
C
Een skelet
D
Een bloem

Slide 22 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos
D
gewoon, water

Slide 23 - Quiz


A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
geen idee

Slide 24 - Quiz

Weet je het nog?
  1. Geef een voorbeeld van een organisme.
  2. Noem vier levenskenmerken.
  3. Geef een voorbeeld van wat levenloos is.

Slide 25 - Slide