Use cases - herhaling / opfrissen + navigatiemodel/toestandsdiagram

we starten om 11:20
1 / 23
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

we starten om 11:20

Slide 1 - Slide

Interaction design
Ontwerp van een eigen app

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Online samenwerken
In Teams:
  • Kanalen (afgeschermd) voor elk groepje
  • Chatten en overleggen met elkaar
  • Tegelijk aan een verslag werken

Slide 4 - Slide

Waar staan we?

Slide 5 - Slide

Use case kennis opfrissen
Diagram: 
  • Rechthoek met naam systeem
  • Gebruikers/actoren links
  • Andere systemen rechts

Slide 6 - Slide

Use cases
  • De 'bollen' in het systeem
  • Elke use case is een taak van de gebruiker 
  • Met een taak kan de gebruiker in één keer een afgerond doel vervullen
  • Geen pijlen maar lijnen!

Slide 7 - Slide

Bespreken ingeleverd use case diagram 

Slide 8 - Slide

Tweede use case diagram

Slide 9 - Slide

Van use cases naar schermen

Slide 10 - Slide

Voorbeeld schermen

Slide 11 - Slide

Wat is GEEN goede use case voor de Tandarts-app?
A
Afspraak maken
B
Afspraak annuleren
C
Datum kiezen
D
Rekening betalen

Slide 12 - Quiz

Zoek de fouten in dit use case diagram

Slide 13 - Open question

Van schermen naar navigatie
navigeren in je app met een toestandsdiagram

Slide 14 - Slide

Toestandsdiagrammen

Slide 15 - Slide

Elementen en structuur van toestandsdiagram

Slide 16 - Slide

Voorbeeld toestanden

Slide 17 - Slide

Navigatie voor 'Terrasjes app' 
'bestelling plaatsen'

Slide 18 - Slide

Voorwaardelijke overgangen
  • Aan toestandsovergangen mag je voorwaarden koppelen (guards)
  • Alleen bij voldoen aan de voorwaarde kan de overgang plaatsvinden
  • Guards staan tussen deze [haken]
  • (let op: dit staat niet in de stof!)

Slide 19 - Slide

Navigatie van complete app

Slide 20 - Slide

Wat klopt niet in dit toestandsdiagram?

Slide 21 - Open question

Het toestandsdiagram hiernaast betreft een telefoon.
Welke teksten kunnen bij de letters A t/m D staan?
(© TU Delft)
A
A: na 30 seconden B: gesprek beëindigen C: gesprek doorschakelen D: opnemen
B
A: gesprek beëindigen B: opnemen C: gesprek doorschakelen D: voicemail inspreken
C
A: na 30 seconden B: gesprek beëindigen C: opnemen D: in gesprek
D
A: gesprek beëindigen B: voicemail inspreken C: gesprek doorschakelen D: opnemen

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
  • samenwerken aan deelopdrachten
  • use case diagram + schermen afronden
  • starten met navigatiemodel 
  • ... en vrijdag inleveren: op tijd = feedback krijgen

Slide 23 - Slide