1. Ik zorg ervoor dat ik op zo’n manier op school en in de klas aanwezig ben, dat de docenten mij daar graag willen hebben.
2. Ik zorg ervoor dat mijn spullen, en werk, in zoverre in orde zijn dat ik optimaal profijt heb van de lessen.
3. Ik zorg ervoor dat ik mij zo gedraag, dat alle andere leerlingen mij graag om hen heen willen hebben.
4. Ik zorg ervoor dat ik mijn omgeving in de best mogelijke staat houd.