1.2 De Renaissance

De renaissance 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De renaissance 

Slide 1 - Slide

   Terugblik middeleeuwen

In de middeleeuwen stond het geloof en het gezag van de kerk centraal. Steden ontstaan, geldeconomie komt weer op, en de kennis van de wereld is beperkt
Tijdvak 5

Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)

mensen gaan anders naar zichzelf en de wereld kijken

Periode: vroegmoderne tijd

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Renaissance
  • Tijdens de late middeleeuwen worden steden steeds machtiger
  • Centra van kunst, economie, politiek en religie
  • Kooplieden worden een belangrijke en machtige groep

Slide 5 - Slide

Vragen bij het filmpje
  1. In welk gebied ontstond de renaissance? Benoem minimaal 2 steden.
  2. Waarom was het juist dat gebied waar de renaissance ontstond?
  3. Welke andere tijd (welk tijdvak) was een inspiratie voor de Renaissance?
  4. Op welke vier gebieden waren er grote veranderingen?
  5. Wat was de lijfspreuk van de middeleeuwen? Wat is de lijfspreuk van de renaissance? 
  6. Hoe worden mensen die klassieke teksten bestuderen genoemd?
  7. Door welke uitvinding konden nieuwe ideeën worden verspreid? Wanneer is dit uitgevonden?
  8. Wat betekent renaissance?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Renaissance
Vanuit Noord-Italië verspreidde de ideeën van de Renaissance door Europa
  1. Italianen worden uitgenodigd om af te reizen
  2. Mensen uit noord Europa reizen af naar Italië
  3. Boekdrukkunst

Slide 8 - Slide

Wedergeboorte 
Van de Grieks-Romeinse (klassieke) cultuur
  • Literatuur
  • Kunst
  • Architectuur 
  • Mentaliteit 
In alles was de positie van de mens belangrijk

Slide 9 - Slide

Geïnspireerd door de Oudheid

Slide 10 - Slide

Middeleeuwse kerk
Duomo Florence

Slide 11 - Slide

Middeleeuws kunstwerk
Renaissance

Slide 12 - Slide

Nieuwe                        mentaliteit

  • Mensen geloofden niet altijd meer klakkeloos wat de kerk beweerde
  • Zelfstandig nadenken en jezelf ontwikkelen

Slide 13 - Slide

Nieuwe                        mentaliteit
Humanisten
  • Vertaalde de Bijbel opnieuw en ontdekte allerlei fouten
  • Uitvinding boekdrukkunst (1450) konden ideeën snel verspreiden: 
  • nieuwe mentaliteit

Slide 14 - Slide

Waarom vormde het humanisme een bedreiging voor de Kerk?

Slide 15 - Open question

In de tijd van de renaissance werd de oudheid ‘herontdekt’. Leg dat uit aan de hand van drie voorbeelden: één uit de architectuur, één uit de beeldende kunst en één uit de wetenschap.

Slide 16 - Open question

Wat is de Renaissance?
A
Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.

Slide 17 - Quiz

Welke jaartallen horen bij de Renaissance
A
1300-1600
B
1300-1700
C
1300-1500
D
1100-1300

Slide 18 - Quiz

Wat was het motto van de Renaissance?
A
Memento mori
B
Veni Vidi Vici
C
Cogito ergo sum
D
Carpe Diem

Slide 19 - Quiz

Is dit kunstwerk een voorbeeld van de Renaissance of Middeleeuwen?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 20 - Quiz

Welke groep was belangrijk voor het ontstaan van de Renaissance
A
De Grieken en Romeinen
B
Kunstenaars
C
Kooplieden uit steden
D
Priesters

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Welke verschillen / overeenkomsten zie je tussen de twee schilderijen?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Welke verschillen / overeenkomsten zie je tussen de gebouwen?

Slide 26 - Open question

Renaissance
Middeleeuwen

Slide 27 - Drag question

De Renaissance is ontstaan in:
A
Griekenland
B
Spanje
C
Portugal
D
Italië

Slide 28 - Quiz

Middeleeuwen of Renaissance?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 29 - Quiz

Middeleeuwen of Renaissance?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 30 - Quiz