Insuline - diabetes

Insuline - diabetes
Je kunt de gezondheidstoestand van de zorgvrager observeren.
Je weet welke waardes passend zijn bij de desbetreffende cliënt en signaleert afwijkingen  
Je hebt kunnen oefenen met het toedienen van insuline en het prikken van bloedsuiker
Je hebt je kennis van diabetes weer opgehaald

1 / 23
next
Slide 1: Slide
SkillsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 13 min

Items in this lesson

Insuline - diabetes
Je kunt de gezondheidstoestand van de zorgvrager observeren.
Je weet welke waardes passend zijn bij de desbetreffende cliënt en signaleert afwijkingen  
Je hebt kunnen oefenen met het toedienen van insuline en het prikken van bloedsuiker
Je hebt je kennis van diabetes weer opgehaald

Slide 1 - Slide

energizer
kom allemaal staan
als je denkt dat de minuut voorbij is, ga je zitten

Slide 2 - Slide

voorkennis
Individueel vragen maken 
nabespreken in tweetallen
docent deelt vragen uit

15 minuten

Slide 3 - Slide

Welke belangrijk orgaan produceert insuline
A
Alvleesklier
B
lever
C
milt
D
galblaas

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Hoe werkt het
In het bloed moet een bepaalde hoeveelheid suiker zitten.

Stijgt het bloedsuikergehalte boven de normale waarde, wordt glucose in de vorm van glycogeen opgeslagen in lever en spieren ( door insuline)
Zakt het bloedsuikergehalte, dan wordt glycogeen in lever en spieren omgezet in glucose en afgegeven aan het bloed ( door glucagon) ook gemaakt door alvleesklier


Slide 6 - Slide

Dus...
Insuline: glucose -->omzetting glycogeen
Glucagon: glycogeen --> omzetting glucose
Bij een gezond persoon is het bloedsuikergehalte binnen nauwe grenzen constant: 4.0 - 7.0 mmol/l

Slide 7 - Slide

Wat is diabetes

Diabetes heet ook wel suikerziekte.
De officiële naam is Diabetes Mellitus.
Het is een stoornis in de stofwisseling als gevolg
 van een absoluut of relatief tekort aan insuline.
Diabetes mellitus is een van de meest
 voorkomende chronische ziektes in Nederland.




Slide 8 - Slide

Type 1
Diabetes Mellitus type 1 (DM1).
Diabetes type 1 maakt het lichaam zelf helemaal geen insuline meer.
Mensen met DM1 zijn insuline afhankelijk en moeten dagelijks insuline
spuiten.


Het lichaam reageert niet meer goed op insuline.
Mensen met DM2 komen meestal met een dieet of met een dieet in
combinatie met tabletten. In sommige gevallen moet iemand daarnaast ook
insuline erbij gaan spuiten.


Slide 9 - Slide

Type 2
Diabetes type 2 kan het lichaam de bloedsuiker niet meergoed regelen.
Doordat er te weinig van het hormoon insuline in het lichaam is.
Het lichaam reageert niet meer goed op insuline.
Mensen met DM2 komen meestal met een dieet of met een dieet in
combinatie met tabletten. In sommige gevallen moet iemand daarnaast ook
insuline erbij gaan spuiten.

Slide 10 - Slide

zwangerschapsdiabetes

tijdelijke vorm van diabetes die kan ontstaan na de 24e week van de zwangerschap.
Dat gebeurt onder invloed van de hormonen die worden aangemaakt tijdens de zwangerschap. Die hormonen remmen de werking van insuline af.
Tijdens een normale zwangerschap vangt het lichaam dat op door extra insuline aan te maken.
    Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet of niet voldoende
    waardoor het glucosegehalte in het bloed te hoog wordt. Na de
    bevalling verdwijnt de diabetes meestal binnen 24 uur.
50% kans op het ontwikkelen van diabetes type 2 binnen tien jaar daarna.




Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Demo bloedsuiker prikken volgens Vilans
Demo injecteren insuline volgens Vilans
Zelfstandig oefenen in subgroepen

Slide 13 - Slide

1 of meerdere symptomen
diabetes type 1

Slide 14 - Mind map

type 1 symptomen
Veel dorst en veel plassen
Afvallen zonder dat daar een reden voor is
Ziek en beroerd voelen
Veel honger hebben, of juist helemaal niet
Wazig zien
Misselijk zijn of overgeven

Slide 15 - Slide

1 of meerder symptomen
type
2

Slide 16 - Mind map

Wat kan je bloedglucose waarde beïnvloeden?
A
eten, drinken
B
bewegen
C
stress, griepje
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quiz

Type 2
Vaak dorst en veel plassen
Veel moe zijn
Last van ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien of slecht zien
Slecht genezende wondjes
Kortademigheid of pijn in de benen bij het lopen
Infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontsteking

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bij een suiker lager dan 4 mmol/L moet je ingrijpen?
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

welke acties zet als vz
in bij een te laag suiker?

Slide 21 - Mind map

Wat doe je als iemand een
te hoog suikergehalte heeft?

Slide 22 - Mind map

Volgende week
Start injecteren subcutaan/ intra-musculair
oefenrekenopgaven
filmpje meneer megens

Slide 23 - Slide