Ga aan de slag met het werkblad dat wordt uitgedeeld.
Je hebt twintig minuten de tijd.
Bewaar het werkblad goed, dit is een aantekening en moet je leren voor je toets!
Klaar? Maak in je werkboek bij 4.2 opdracht 4, 7, 8 en 10 en bij 4.3 opdracht 3, 5, 8 en 9.