woensdag 26 oktober

wiskunde basis 2
Tabellen en grafieken
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

wiskunde basis 2
Tabellen en grafieken

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Jij kunt met de rekenvolgorde werken.
  • Jij kunt een keersom maken 
  • Jij kunt een getal optellen bij een antwoord
  • Jij kunt met je rekenmachine werken
  • Jij kunt een formule gebruiken om een tabel in te vullen
  • Jij kunt een tabel gebruiken om een grafiek te maken

Slide 2 - Slide

Herhaling rekenen (je mag je rekenmachine gebruiken)
Bekijk de volgende formule:
B = 2*a
Het * teken is de keer in de keersom (x kan ook de letter x zijn)
Maak nu met deze formule de volgende opdrachten in je schrift.
Je antwoordt in dezelfde stapjes als het voorbeeld:

  1. Bereken de B als de a = 3
B=2*a
B=2*3
B=6

Slide 3 - Slide

Herhaling rekenen (je mag je rekenmachine gebruiken)
Bekijk de volgende formule:
B = 2*a

  1. Bereken de B als de a = 5
  2. Bereken de B als de a = 6
  3. Bereken de B als de a = 10
B=2*a
B=2*5
B=10
B=2*a
B=2*6
B=12
B=2*a
B=2*10
B=20

Slide 4 - Slide

Herhaling rekenvolgorde
Bij een opgave waarin je twee handelingen moet verrichten moet je de handelingen in de juiste volgorde doen.
De volgorde is:
  • eerst alles doen wat tussen haakjes staat
  • kwadraat en wortel
  • keer en gedeeld door
  • plus en min.

Slide 5 - Slide

Herhaling rekenvolgorde
Rekenvolgorde.
Noteer dezelfde stappen als in het voorbeeld
Maak de vraag in je schrift.
Begin met het overnemen van de som

Maak de volgende berekening.
3*4+6 = ...


3*4+6=
12+6=
18

Slide 6 - Slide

Herhaling rekenvolgorde
Rekenvolgorde.
Maak de volgende berekening.
  1. 2*9+5 = ...
  2. 4*7+8 = ...
  3. 3*8+2 = ...


2*9+5=
18+5=
23
4*7+8=
28+8=
36
3*8+2=
24+2=
26

Slide 7 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14

De bedoeling is dat je verschillende getallen voor de a gaat gebruiken. 
Dan reken je de som uit door de rekenvolgorde toe te passen (eerst de keersom daarna het getal er bij optellen).

Je krijgt al een gedeelte van de tabel waar de verschillende waarden voor de a staan.

Slide 8 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14

De tabel bestaat altijd uit 2 rijen (boven elkaar)
De bovenste rij geeft de letter van de som aan (dat is in dit geval de a)
De onderste rij geeft je uitgerekende antwoord aan (dat is in dit geval de B)

a
B

Slide 9 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14

De verschillende waarden voor de a is al gegeven
Om de B te weten gaan we een voor een de waarden van de a in de formule invullen en uitrekenen wat er dan als antwoord uit komt.
a
0
1
2
3
4
5
B

Slide 10 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*0 + 14
  • B = 0 + 14
  • B = 14 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B
14

Slide 11 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*1 + 14
  • B = 3 + 14
  • B = 17 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B

Slide 12 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*1 + 14
  • B = 3 + 14
  • B = 17 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B
17

Slide 13 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*2 + 14
  • B = 6 + 14
  • B = 20 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B
20

Slide 14 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*3 + 14
  • B = 9 + 14
  • B = 23 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B
23

Slide 15 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*4 + 14
  • B = 12 + 14
  • B = 26 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B
26

Slide 16 - Slide

Maak van een formule een getal
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Berekening:
  • B = 3*5 + 14
  • B = 15 + 14
  • B = 29 (vul dit in in de tweede regel (B) onder de 0




Ga hetzelfde doen als a = 1; a = 2; a = 3; a = 4 en a = 5.
a
0
1
2
3
4
5
B
29

Slide 17 - Slide

Maak van een formule een getal (Tips)
De formule is:
B = 3*a + 14 Vul eerst de 0 in voor de a en noteer de volledige som (3 stappen)
Tips
Het getal bij de 0 is gelijk aan het getal dat achter de + staat, dit noemen we het startgetal, hier start de grafiek.
Het getal voor de a geeft aan hoe groot ieder stapje is waarmee het antwoord toeneemt, dit noemen we het richtingscoëfficiënt (richtingsgetal)





a
0
1
2
3
4
5
B
14
(+3)17
(+3)20
(+3)23
(+3)26
(+3)29

Slide 18 - Slide

Maak van een tabel een grafiek
De tabel bestond uit twee rijen.
De bovenste rij gebruiken we om de X-as te maken. (van rechts naar links)
De onderste rij gebruiken we om de Y-as te maken. (van boven naar beneden)

Neem de tabel over in je schrift
a
0
1
2
3
4
5
B
14
(+3)17
(+3)20
(+3)23
(+3)26
(+3)29

Slide 19 - Slide

Maak van een tabel een grafiek
.



Maak de grafiek die bij deze tabel hoort.
Trek de lijnen met potlood een een liniaal (of geodriehoek)
Maak gebruik van een zaagtand in jouw grafiek.
Laat de grafiek zien aan de docent
a
0
1
2
3
4
5
B
14
(+3)17
(+3)20
(+3)23
(+3)26
(+3)29

Slide 20 - Slide

Huiswerk maak de vragen 
• Blz. 62 opgave 15 en 16
• Blz. 63 opgave 17
• Blz. 66 opgave O.18
• Blz. 64 opgave 19
• Blz. 66 opgave O. 20
• Blz. 65 opgave 21

Slide 21 - Slide