This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H5 §3 Bronnen: Sterkten en zwakten van Nigeria
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Nigeria is een...
A
Sterke staat
B
Zwakke staat
Slide 3 - Quiz
De meeste mensen in Nigeria werken in de
A
landbouw
B
industrie
C
commerciële diensten
D
niet commerciële diensten
Slide 4 - Quiz
wat is geen reden dat de mensen in Nigeria in armoede leven?
A
veel corruptie
B
weinig scholing
C
vervuilde landbouwgrond
D
veel investeringen uit de overheid
Slide 5 - Quiz
https:
Slide 6 - Link
Groeiende bevolking
Grote bevolking vormt afzetmarkt voor bedrijven
Nollywood
Telecombedrijven
grote urbanisatie (trekken van platteland naar stad).
Slide 7 - Slide
Ontwikkelingskenmerken
Nigeria is enerzijds is het een achterblijver, anderzijds is het een voorloper.
De ontwikkeling met behulp van verschillende ontwikkelingskenmerken
Slide 8 - Slide
Ontwikkelingskenmerken
Veelgebruikte ontwikkelingskenmerken zijn:
BNP per inwoner
Welzijn (= kwaliteit van leven) gemeten met de basisbehoeften (B226)
Urbanisatiegraad
Bevolkingsgroei
Arbeidsverdeling over de sectoren
Slide 9 - Slide
Steeds rijkere bevolking
Bnp Per inwoner fors gestegen
Regionale ongelijkheid
Noordoosten is armer dan het zuiden
Platteland lager inkomen dan de stad
Slide 10 - Slide
Ontwikkelingskenmerken
Basisbehoeften zijn dingen die iedereen nodig heeft om te leven, hiermee kan je kijken naar ontwikkeling
Voedsel – Getallen over de dagelijkse hoeveelheid energie, eiwittenen vitamines
Huisvesting – Percentage huizen met waterleiding (hoe hoger, hoe meer ontwikkeld)
Onderwijs – Analfabetisme (hoe lager, hoe ontwikkelder een land)
Gezondheidszorg – Artsendichtheid (hoe hoger, hoe meer ontwikkeld) & Zuigelingensterfte (hoe lager, hoe meer ontwikkeld)
Slide 11 - Slide
Grote beroepsbevolking
Mensen die betaald werk willen doen
Informele sector
Koeriersdiensten
Kleine bedrijfjes
De informele sector is ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector.
Slide 12 - Slide
Ontwikkelingskenmerken
Vroeger was er een scherpe tweedeling tussen het noorden (ontwikkelde landen) en het zuiden (ontwikkelingslanden)
Tegenwoordig afname van de verschillen af, door sterkte toename van de welvaart
Enerzijds veel opkomende landen, ook wel groeilanden (landen die tussen rijk en arm inzitten)
Anderzijds veel achterblijvers (landen waarin ze nauwelijks in de basisbehoeften kunnen voorzien)
Slide 13 - Slide
Ontwikkelingskenmerken
Een aantal groepen landen vallen onder groeilanden of opkomende landen zoals:
BRICS: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika
MINT: Marokko, Indonesië, Nigeria en Turkije
N-11: Next Eleven – Elf landen waarvan verwacht wordt dat ze bij de grootste economieën in de wereld gaan horen (Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea)
Slide 14 - Slide
schooltv.nl
Slide 15 - Link
Zwaktes van Nigeria?
1. Onrust. Veel conflicten, politiek is het land niet stabiel.
2. Ongelijke verdeling van inkomen.
3. Niet genoeg elektriciteit, dus vaak stroomuitval.
4. Hoge werkloosheid.
5. Geen goede infrastructuur (om bv. hun producten over te vervoeren).
Slide 16 - Slide
Energie & Infrastructuur
Generatoren
Te weinig electriciteit
Slechte wegen en spoorlijnen
Vertragingen
Infrastructuur zijn alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen en informatie uit te wisselen, uitgezonderd de vervoermiddelen zelf.
Slide 17 - Slide
Kansen voor Nigeria
Veel grondstoffen, dus ze kunnen gebruik maken van de vrije wereldhandel in het grootste deel van de wereld.
Import en export zijn dan makkelijk en leveren veel geld op.
Slide 18 - Slide
Rijk aan hulpbronnen
Natuurlijke hulpbronnen
Aardgas, steenkool, ijzererts en goud
Landbouw
Een natuurlijke hulpbron is een product uit de natuur dat mensen goed kunnen gebruiken.
Slide 19 - Slide
Probleem met die handel:
Nigeria exporteert veel ruwe grondstoffen (direct uit de grond).
Het importeert veel industrieproducten (uit de fabriek). >
Grondstoffen zijn minder waard, dus uiteindelijk maakt Nigeria zo snel verlies.
Slide 20 - Slide
Zelfstandig werken
Lezen §3 Bronnen Nigeria + B224,B226,B228
Maken opdracht 1 en 2 §3
Gebruik hierbij:
tekstboek blz. 76/77
werkboek blz. 90/91
timer
20:00
Slide 21 - Slide
herhalen/nabespreken
Slide 22 - Slide
Wat is de afzetmarkt?
A
Het aantal klanten dat producten of diensten wil kopen
B
Het aantal bedrijven dat producten of diensten wil verkopen
C
Het aantal producten dat verkocht wordt
D
Het aantal diensten dat aangeboden wordt
Slide 23 - Quiz
Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet
Slide 24 - Quiz
Koppel de juiste situatie/oorzaak aan de juiste invalshoek
Natuur
Politiek-cultureel
Politiek-economisch
Economisch
Onderwijs
Door extreme droogte is de oogst mislukt
Door de botsingen tussen verschillende religies zijn er rellen onstaan
Bijna al het geld dat verdient wordt in de olie-industrie gaat rechtstreeks naar de overheid
Het grootste deel van de bevolking werkt in de landbouw