What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6 Woordenschat KM
H6 Woordenschat
Zoeken in het woordenboek
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H6 Woordenschat
Zoeken in het woordenboek
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les
- Heb je alle woordraadstrategieen nog een keer herhaald
- Leer je wat trefwoorden zijn
- Kun je m.b.v. trefwoorden betekenissen van woorden vinden in een woordenboek.
Slide 2 - Slide
Wat doe je als je een woord niet begrijpt......
stap 1:
lees een stukje terug of lees een stukje verder.
Kijk maar in het volgende filmpje
Slide 3 - Slide
Soms zie je ....
een
synoniem (woord met dezelfde betekenis)
van het woord.
Voorbeeld
Niet alleen Jan is
intelligent
, ook zijn broertje is heel
slim
.
Slide 4 - Slide
Soms zie je.....
een
omschrijving
van het woord.
voorbeeld
Je moet de theorie
letterlijk, precies zoals het er staat,
opschrijven.
Slide 5 - Slide
Soms moet je.....
een
voorbeeld
van het woord opzoeken.
voorbeeld
Er komen steed meer
realityseries
zoals
'Boer zoekt vrouw', 'Utopia'en 'Wie is de Mol'op tv.
Slide 6 - Slide
Soms zie je ....
een woord dat het
tegenovergestelde
betekent.
voorbeeld
Die tweeling kleedt zich
identiek
, maar je kunt ze uit elkaar houden door hun haar, dat is juist heel
verschillend
.
Slide 7 - Slide
Soms ken je ....
een bekend woorddeel (
voor- of achtervoegsel
)
voorbeeld
Dat eten is echt heel
smaakloos (= zonder smaak)
Je moet dat plastic zakje
hergebruiken (= opnieuw gebruiken)
Slide 8 - Slide
De jongen toont veel berouw van zijn daden. Zijn moeder vindt het prettig dat haar zoon spijt heeft.
In de bovenstaande zin staat een:
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
synoniem
D
omschrijving
Slide 9 - Quiz
Is de onderstaande zin een tegenstelling?
Ik houd van spruitjes, maar mijn broertje vindt ze ontzettend vies.
A
juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Staat er in de onderstaande zin een voorbeeld?
Jordan houdt van Mexicaans eten, zoals gevulde tortilla's, bonen met rijst en guacamole.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Hoe gebruik je een woordenboek?
Ga op zoek naar het trefwoord.
Een trefwoord is een vorm van het woord zoals het in het woordenboek staat.
Kijk naar het volgende filmpje, daar wordt het nog eens uitgelegd.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
trefwoorden
Bij een werkwoord is het trefwoord dus het hele werkwoord
voorbeeld
Mijn tandvlees is
ontstoken.
het trefwoord van ontstoken is
ontsteken
.
Slide 14 - Slide
Wat is het trefwoord van
gewinkeld?
Slide 15 - Open question
Wat is het trefwoord van
ontbonden?
Slide 16 - Open question
Ik ken het woord geraadpleegd niet, welk woord zoek ik op in het woordenboek?
Slide 17 - Open question
trefwoorden
bij een zelfstandig naamwoord is het trefwoord de kortste vorm, dus enkelvoud en géén verkleinwoord.
voorbeeld
bomen= boom
daken= dak
bloempje= bloem
Slide 18 - Slide
Wat is het trefwoord van adviezen?
Slide 19 - Open question
Wat is het trefwoord van experimentje?
Slide 20 - Open question
Samengestelde woorden
Een woord kan ook uit meerdere woorden bestaan.
bijvoorbeeld
gezondheidsrisico
bestaat uit
gezondheid
en
risico
.
Zoek dan het deel van het woord dat je moeilijk vindt.
Slide 21 - Slide
Ik ken het woord klimaatanalist niet, welk woord zoek ik op in het woordenboek?
Slide 22 - Open question
Aan de slag
In de volgende dia's gaan we aan de slag met het woordenboek. Klik op de afbeelding om deze groter te maken.
Wil je de afbeeldign weer kleiner hebben? klik dan op het kruisje linksonder.
Slide 23 - Slide
Zoek de betekenis van het
woord 'aandenken' op.
Slide 24 - Open question
Welke twee betekenissen heeft
het woord aanbidden?
Slide 25 - Open question
Welk synoniem wordt
er bij 'aal' gegeven?
Slide 26 - Open question
Aak, aambeeld en aambeien zijn
zelfstandige naamwoorden.
Waar kun je dat in het woordenboek
aan zien?
Slide 27 - Open question
Kijk bij het werkwoord aaien.
Tussen haakjes staat aaide, geaaid.
Waarom staat dit tussen haakjes erachter?
Slide 28 - Open question
Wat ga je maken
- opdrachten in planning
- af: Biologie af maken.
Slide 29 - Slide
More lessons like this
H6 Woordenschat
September 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H6 Woordenschat TL
June 2020
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Woordenboek
4 days ago
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Woordenboek
April 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Woordenboek
December 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Woordenboek
February 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
9 oktober - HV1 - Lezen - les woordenboek
October 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Herhaling 2B deel 1 - 4
December 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs