nn5 2 h hfd 5 gramm wrds bijwoord en onbepaald voornaamwoord

het bijwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

het bijwoord

Slide 1 - Slide

Waarom heet het "bij"-woord?

Slide 2 - Slide

het geeft extra info...

-over een werkwoord

-een ander bijwoord

-over een bijvoeg. nw

-de plaats

-de tijd

Slide 3 - Slide

Hij loopt hard.

Het bijwoord is hard -> het zegt iets over het werkwoord lopen.

(Hoe loopt hij?)

Slide 4 - Slide


Hij loopt heel hard.

het bijwoord is heel -> het zegt iets over het andere bijwoord hard.

(Hoe hard loopt  hij?)

Slide 5 - Slide

Het is een ontzettend mooi huis!

Het bijwoord is ontzettend -> het zegt iets over

het bijv nw mooi

Slide 6 - Slide

's Morgens ga ik altijd naar de wc.

bijwoord is 's morgens -> het zegt iets over de tijd

(wanneer)

Slide 7 - Slide

Hier heb ik het gevonden!

Het bijwoord is hier -> het zegt iets over de plaats.

(waar?)

Slide 8 - Slide

Samenvatting: Bijwoord
Het zegt iets over:
  1. Plaats: hier, daar
  2. Tijd: morgen, nu
  3. Hoedanigheid:  wel, niet, zeker
  4. Het vraagwoord zelf:  Wat, waarom

Slide 9 - Slide

Het bijwoord geeft info over....

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Het onbepaald voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Onbepaald voornaamwoord:
A
daar
B
wie
C
verder
D
men

Slide 13 - Quiz

Wanneer is 'het' een onbepaald voornaamwoord?

Slide 14 - Open question