H1: Lezen
Wat
- Je kan bepalen wat het tekstdoel van de tekst is (2F).
- Je kan aan de tekst zien voor welk publiek de tekst bedoeld is (2F).
Woordenschat
- tekstdoel = Het doel wat de schrijver van de tekst wil bereiken.
Informeren, instrueren, adviseren, activeren, overtuigen of amuseren.
- publiek = De mensen die de tekst lezen.
Jongeren, kinderen, ouderen, volwassenen. Dit zie je aan de bron en opmaak.
- bron = Waar komt de tekst vandaan? Staat vaak in het klein onderaan geschreven.