V4 3.1 deel 2 20240306

Welkom !
Vorige keer: eerste deel van hoofdstuk 3.1

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom !
Vorige keer: eerste deel van hoofdstuk 3.1

Slide 1 - Slide

Sleep de juiste krachten naar de situatie
Een doos staat stil op tafel
zwaartekracht
veerkracht
spankracht
normaalkracht

Slide 2 - Drag question

Sleep de juiste krachten naar de situatie
Een lamp hangt aan een touw
zwaartekracht
veerkracht
spankracht
normaalkracht

Slide 3 - Drag question

Vorige keer:
4 krachten besproken
kracht als vector

opdrachten 3, 4, 5 opgegeven

meer uitleg nodig?

Slide 4 - Slide

Hoe gingen opdrachten 3, 4, 5?
A
het ging prima
B
ik heb wel een paar vragen
C
ik begreep het eigenlijk niet zo goed
D
ik heb het niet gemaakt :(

Slide 5 - Quiz

keuze
A --> doorgaan met nieuwe stof
B --> doorgaan later op terugkomen
C --> extra uitleg + voordoen + werken aan 6 en 7 (eerst theorie lezen over weerstandskrachten)

Slide 6 - Slide

Theorie - Kracht
  • Kracht is de verklaring van newton voor beweging. Het is een abstract begrip; je kan het niet zien, maar wel de gevolgen
  • Een kracht wordt uitgeoefend van een voorwerp op een ander voorwerp

Slide 7 - Slide

Kracht als vector
  1. Kracht als vector
    3 eigenschappen: aangrijpingspunt, grootte & richting

Slide 8 - Slide

Kracht als vector
De eigenschappen van de vector vertellen iets over de kracht: welke richting, grootte en aangrijpingspunt heeft de kracht?

krachten --> werken met krachtenschaal

Slide 9 - Slide

Welke kracht is het grootst?
A
FA
B
FB
C
FC
D
ze zijn even groot

Slide 10 - Quiz

Door welke kracht valt het blok om?
A
FA
B
FB
C
FA en FB
D
FC

Slide 11 - Quiz

Soorten krachten
  1. zwaartekracht
  2. normaalkracht
  3. spankracht
  4. veerkracht 

Slide 12 - Slide

1. Zwaartekracht
  • Zwaartekracht is de kracht die ervoor zorgt dat voorwerpen omlaag vallen
  • Fz = m * g
  • het aangrijpingspunt van de zwaartekracht heet het massamiddelpunt; de richting is altijd omlaag 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

2. Normaalkracht         voorbeeld:
  • De normaalkracht is de kracht die ervoor zorgt dat je niet door de grond zakt!
  • Deze is dus even groot als de Zwaartekracht!
  • Richting --> altijd loodrecht op de oppervlakte!

Slide 15 - Slide

2. Normaalkracht
  • De normaalkracht is de kracht die ervoor zorgt dat je niet door de grond zakt!
  • Deze is dus even groot als de Zwaartekracht!
  • Richting --> altijd loodrecht op de oppervlakte!

Slide 16 - Slide

Hoe groot is de normaalkracht op ons boek van 500 gram?
A
4,905 N
B
500 N
C
4,91 N
D
4,91 * 10^3 N

Slide 17 - Quiz

3. spankracht
  • Spankracht is de kracht in een gespannen touw
  • De richting is altijd hetzelfde als het touw zelf; het aangrijpingspunt is waar het touw vast zit.

Slide 18 - Slide

4. veerkracht
  • Een (spiraal)veer heeft een eigen kracht: de veerkracht
  • Als de veer wordt ingedrukt, gaat deze terugduwen; dit is de veerkracht
  • De richting is dus altijd tegengesteld aan de kracht die erop duwt of trekt
  • Fv = C * u

Slide 19 - Slide

Wrijvingskrachten
  • in een fiets zitten wel drie weerstandskrachten: dit zijn krachten die altijd tegenwerken
  • schuifwrijvingskracht is als twee oppervlakten langs elkaar schuiven (remblokjes)
  • luchtweerstandskracht komt door de lucht
  • rolweerstandskracht komt door het wiel

Slide 20 - Slide

Schuifwrijvingskracht
(demo)

Slide 21 - Slide

Schuifwrijvingskracht
Fw,schuif,max=fFN
  • f is de wrijvingscoëfficient
  • FN is de normaalkracht

Slide 22 - Slide

Rolweerstandskracht
  • is meestal constant (dus onafhankelijk van je snelheid)
  • is wel afhankelijk van: het type band, de bandenspanning (druk) en de ondergrond

Slide 23 - Slide

Luchtweerstandskracht
Fw,lucht=21ρCWAv2
  • rho --> dichtheid van de lucht
  • Cw --> luchtweerstandscoëfficient (stroomlijn)
  • A --> frontale oppervlakte
  • v --> snelheid

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Opdracht
Maak: opdrachten 3, 4, 5, 6, 7 op pagina 119
Werkvorm: zelfstandig, tijd
Klaar? ....

Slide 26 - Slide