This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Hoe consumentenorganisaties je kunnen helpen
Wat een vergelijkend warenonderzoek is
Dat je recht hebt op een deugdelijk product
Wat garantie is.
5.3 Belasting op shoppen
Slide 1 - Slide
Wat is marketing? Noem ook een aantal p's
Slide 2 - Open question
Rekenvoorbeeld: een broodjeszaak koopt broodjes in voor €0,70 per stuk. Er wordt een winstopslag gerekend van 40% van de inkoopprijs. Wat wordt de verkoopprijs?
Slide 3 - Open question
De broodjeszaak verkoopt in een week 110 broodjes. Wat is dan de omzet van die week?
Slide 4 - Open question
Leerdoelen
Na afloop van deze les weet/kan ik ...
...wat btwis.
...uitleggen waarom btw indirecte belasing is.
...wat de consumentenprijs is.
...consumentenprijs uitrekenen en terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw.
Slide 5 - Slide
inkoopprijs
brutowinst +
verkoopprijs
€ 50
€ 30 +
€ 80
Brutowinst = brutowinstopslag = brutowinstmarge
Meestal een percentage van de inkoopprijs
Slide 6 - Slide
timer
0:20
Welke belasting betaal je als je iets koopt?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Kassabon
De BTW is 21%
Je betaalt hier € 1,73
aan BTW
Indirecte belasting: Jij betaalt belasting via de winkelier.
Belasting op Toegevoegde Waarde
Slide 11 - Slide
Berekening prijs inclusief (met) btw
Prijs exclusief btw € 200,00
+btw (21/100x € 200) € 42,00
=prijs inclusief btw € 242,00
Bereken de consumentenprijs van een tablet met verkoopprijs € 150 en 21% BTW heffing
21/100x € 150 = € 31,50
€ 150 + € 31,50 = € 181,50
verkoopprijs
consumentenprijs
Slide 12 - Slide
Verkoopprijs van een paar schoenen is 30 euro. Bereken de consumentenprijs
Slide 13 - Open question
Prijs exclusief btw 21% uitrekenen
121%
1%
100%
459,80
3,80
380
Prijs excl btw = prijs incl 21% btw : 121 x 100
verkoopprijs = consumentenprijs : 121 x 100
Stel het was 9% btw?
Slide 14 - Slide
De consumentenprijs van een paar schoenen is 50 euro. Bereken de verkoopprijs
Slide 15 - Open question
In 2 stappen. Stap 1 verkoopprijs
Inkoopprijs + Brutowinst = verkoopprijs
Slide 16 - Slide
Een winkelier koopt t shirts voor 20 euro in Hij wil 10 % brutowinst maken. wat wordt de verkoopprijs??
Slide 17 - Open question
Stap 2
inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs
VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS
Slide 18 - Slide
De verkoopprijs van een IPhone is € 332,75 . De BTW is 21 % hoeveel is de consumentenprijs?
Slide 19 - Open question
Quiz
Slide 20 - Slide
Wie ontvangt de BTW?
A
De winkelier
B
De klant
C
De Koning
D
De belastingdienst
Slide 21 - Quiz
is de Consumentenprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
Slide 22 - Quiz
Bereken de BTW van €91 de BTW is 21%
A
€21
B
€17,36
C
€15,79
D
€18,35
Slide 23 - Quiz
Een broodje kost inclusief BTW €2,50. De btw is 9%. Wat is de prijs exlusief btw?
A
€ 2,72
B
€ 2,06
C
€ 2,36
D
€ 2,29
Slide 24 - Quiz
Is de verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?