Meester in Werkwoordspelling: Een Reis door Havo 3 Nederlands

Meester in Werkwoordspelling: Een Reis door Havo 3 Nederlands
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meester in Werkwoordspelling: Een Reis door Havo 3 Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een presentatie van 10 slides maken over werkwoordspelling in havo3 Nederlands.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over werkwoordspelling in het Nederlands?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 1: Introductie
Wat is werkwoordspelling? Waarom is het belangrijk?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 2: Regelmatige werkwoorden
Hoe vervoeg je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 3: Onregelmatige werkwoorden
Wat zijn onregelmatige werkwoorden en hoe vervoeg je ze?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 4: Stamtijden
Wat zijn stamtijden en hoe gebruik je ze bij werkwoordspelling?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 5: Persoonsvorm
Wat is de persoonsvorm en hoe bepaal je deze in een zin?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 6: Infinitief, stam en voltooid deelwoord
Wat is het verschil tussen de infinitief, de stam en het voltooid deelwoord?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 7: Oefeningen
Laten we enkele oefeningen maken om werkwoordspelling te oefenen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 8: Veelgemaakte fouten
Welke veelgemaakte fouten komen voor bij werkwoordspelling en hoe voorkom je ze?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 9: Toepassing in teksten
Hoe pas je werkwoordspelling toe in het schrijven van teksten?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 10: Samenvatting
Wat hebben we vandaag geleerd over werkwoordspelling?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.