Week 6 2HV Frans

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Les 22 januari

Ga op je plaats zitten

Pak je spullen

Zorg dat je een device bij je hebt

In stilte werken tot 12.56

• maken opdr. 25def t/m 29 vanaf blz. WB 67

Programme

récapitualtion

Programme du jour

pouvoir

récapitulation

Programme du jour

Uitleg 10min

• werkwoord pouvoir 

Zelfstandig werken

opdr.25+ 26 + 27 + 28 + 29 vanaf blz. 67 + tekst H TB blz. 30

Het werkwoord pouvoir

Je moet kennen/weten/kunnen:

- de présent

- de passé composé

Dikke tip!-> gebruik blz. 29 in je TB voor de volgende uitleg

Pouvoir

je peux

tu peux

il/elle peut

on peut

nous pouvons

vous pouvez

ils/elles peuvent

Kunnen/mogen

ik kan/mag

jij kunt/mag

hij/zij kan/mag

we kunnen/mogen - men kan/mag

wij kunnen/mogen

jullie kunnen/mogen

zij kunnen/mogen

Vul de juiste vorm in:

Il ____________ payer l'addition.

1. peut
2. peux
3. peu
4. peuvent

Vul de juiste vorm in:

Nous __________ aller au restaurant

1. peuvez
2. pouvez
3. pouvons
4. peuvent

Vul de juiste vorm van pouvoir in:
Je __________ aller aux toilettes?

Schrijf het rijtje van avoir in de tegenwoordige tijd op (m. + v. apart opschrijven)

Passé composé

j'ai pu

tu as pu

il/elle a pu

on a pu

nous avons pu

vous avez pu

ils/elles ont pu

Kunnen/mogen

ik heb gekund

jij hebt gekund

hij/zij heeft gekund

we hebben gekund/men heeft gekund

wij hebben gekund

jullie hebben gekund

zij hebben gekund

Vul de juiste vorm in (pouvoir, p.c.)
Nous ______________ faire l'examen.

Vul de juiste vorm in (pouvoir, p.c.)
Tom ___________ regarder la télé.

Zelfstandig werken

maken: opdr. 25 def +  26 + 27 + 28 + 29 vanaf blz. 67

Les 5 februari

Ga op je plaats zitten

Pak je spullen

Zorg dat je een device gebruikt

In stilte werken tot 12:55

• lezen blz. 32 TB
• maken opdr.30 b+c t/m 33 + 35 vanaf blz. 72

Volgende les

controle en nakijken opdr. 25 t/m 29

uitleg ontkenning

Programme

récapitualtion

Programme du jour

Phrases-clés

Zelfstandig werken

Vrijdag 21 februari toets Chapitre 2

récapitulation

Programme du jour

Phrases-clés

• luisteren
• spreken
• uitspraak

Zelfstandig werken

• opdr. 33 b + d + opdr. 35 blz. 75/76
• opdr. 38 blz. 81

Bekijk de phrases-clés op TB blz. 33

Wat is het thema van de zinnen/het gesprekje?

Schrijf kort op in de volgende sheet!

Thema phrases-clés TB blz. 35

Waarom denk jij dat het handig is om hele zinnen te leren?

Franse zinnen

De volgorde van de woorden is in het Frans soms anders dan bij ons. Ook gebruiken ze soms lidwoorden waar wij dat niet doen

C'est pour quand? -> het is voor wanneer?

Tu aimes les mathes? -> Jij houdt van de wiskunde?

Google translate kan hier niet mee omgaan!

Phrases-clés

• Luister het gesprek/phrases-clés 
• Lees mee op TB blz. 35

Hoor je in de volgende zinnen/woorden de letter -s-?

tu es

1. ja
2. nee

dessin

1. ja
2. nee

les maths

1. ja
2. nee

tu parles

1. ja
2. nee

vous avez

1. ja, maar als een z
2. nee
3. ja, als een s

Letter -s-

•  -s-  aan einde van woord-> meestal niet uitgesproken (tu as)
• -s- midden in een woord -> uitspreken (dessin)
• -s- einde van woord maar voor klinker of h-> uitspreken als   -z-(vous avez)

Phrases-clés

• Oefen in tweetallen het gesprekje van Tb blz. 33
• Doe elke rol (demander / répondre) twee keer

Volgende les

Le bilan

oefenen voor de toets van 21 - 02