lesson 3

Good morning 1B!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Good morning 1B!

Slide 1 - Slide

2 min
Today's planning
- Attendance 
- Check in 
- Learning objectives 
- Grammar time pronouns 
- Reading
- Homework

Slide 2 - Slide

2 min
Attendance 

Slide 3 - Slide

https://docent.somtoday.nl

Check in

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Learning objectives
At the end of this lesson you know what the possessive pronoun is. 

At the end of the lesson you practiced with the personal pronoun. 

At the end of this lesson you talked about charlotte's web

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Personal pronoun
In plaats van namen, personen, dieren of dingen 

twee vormen 
onderwerpsvorm: Onderwerp in de zin
voorwerpsvorm: lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp, of na een voorzetsel

Slide 6 - Slide

lijdend voorwerp ondergaat de handeling

meewerkend voorwerp
iets ontvangt/ afgenomen
te weten komen

10 min
Personal pronoun
onderwerpsvorm: Onderwerp in de zin
I = Ik 
you= jij 
he/she/it = hij zij het
we= wij
you= jullie
they= hen/hun

Enkelvoud
Meervoud

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Personal pronun
voorwerpsvorm: lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp, of na een voorzetsel
me = mij
you = jij
him/her/ it = hij zij het
us = wij 
you = jullie
them = hen hun
Enkelvoud
Meervoud

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Practise
I am walking to school today. Do you want to walk with me
Ik loop naar school vandaag. Wil je met mij meelopen?

We are going to have lunch. Would you like to join us
Wij gaan lunchen. Heb je zin om met ons mee te gaan?

Is het een Onderwerpsvorm of een voorwerpsvorm?

Slide 9 - Slide

I is het onderwerp en moet rood 

me is het meewerkend voorwerp en moet groen want hij wordt mee gevraagd dus ontvangt

we moet rood want dat is het onderwerp 

us moet groen want dat is het meewerkend voorwerp 
hij ontvangt een uitnodiging


Possesive pronoun
Als je wilt zeggen dat iets van jou is of iemand anders gebruik je de possesive pronoun ( bezittelijk voornaamwoord)

twee vormen
voor het zelfstandig naamwoord
zonder zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Possesive pronoun
met zelfstandig naamwoord 
My = mijn
Your = Jouw
His/ Her/ its = Zijn, haar, 
our = onze
your = Jouw
their = hun

Slide 11 - Slide

zelfstandig naamwoord zijn dieren, dingen en mensen
Possesive pronoun
Zonder zelfstandig naamwoord
mine = Mijn
yours = van jou
his / her = zijn haar
ours= onze
yours = van jou
theirs = van hen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Practise
Is that his pen? No it is hers
Is dat zijn pen? Nee hij is van haar 

Your teacher is really nice! Really? I'd rather have yours
Jouw docent is erg aardig! Echt waar? Ik heb liever die van jou

Is het met of zonder zelfstandig naamwoord?

Slide 13 - Slide

pen en teacher zijn zelfstandige naamwoorden
Time for a worksheet!
Practise with personal pronoun

work alone

 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Charlotte's web
What is your opinion about the book?

Is it hard or easy to read? 


Who is your favorite character? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Get to work
First read chapter 3 


Are you done?  Do: exercises 8,9 and 12

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Homework
Study Words family page 45 and practise Expressions  A - D online.

Read chapter 3 
Watch: https://www.engelsacademie.nl/onderwerpen/possessive-pronouns

Slide 17 - Slide

This item has no instructions