Links en Rechts: Politieke Partijen in Nederland

• Burgerschapsonderwijs
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Links en Rechts: Politieke Partijen in Nederland

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat links en rechts en conservatief en progressief betekenen in de politiek

Wat weet je al over politieke partijen in Nederland?

Wat zijn politieke partijen?

Politieke partijen zijn groepen die de belangen van bepaalde groepen burgers vertegenwoordigen en proberen politieke macht te krijgen.

Links en Rechts

Links en rechts zijn politieke ideologieën die verwijzen naar het standpunt van een partij op het politieke spectrum.

- Links staat voor gelijkheid en sociale rechtvaardigheid

- Rechts staat voor individuele vrijheid en economische groei.

Conservatief en Progressief

Conservatieve partijen zijn behoudend en willen weinig veranderingen 

Progressieve partijen zijn modern en willen verandering en vernieuwing.

Voorbeelden van Linkse Partijen

Voorbeelden van linkse partijen in Nederland zijn de GroenLinks/PvdA, SP en Bij1. 

Deze partijen willen gelijkheid en sociale rechtvaardigheid.

Voorbeelden van Rechtse Partijen

Voorbeelden van rechtse partijen in Nederland zijn de VVD, CDA en PVV. 

Deze partijen vinden individuele vrijheid en economische groei belangrijk.

Conservatieve Partijen

Voorbeelden van conservatieve partijen in Nederland zijn het CDA en de SGP. 

Deze partijen zijn behoudend en willen tradities en normen en waarden behouden.

Progressieve Partijen

Voorbeelden van progressieve partijen in Nederland zijn D66 en PvDA/GroenLinks. 

Deze partijen willen verandering en vernieuwing in de samenleving.

Verwerkingsopdracht

We maken samen een assenstelsel

Daarna ga je de volgende partijen in het assenstelsel plaatsen

CDA, VVD, FVD, GroenLinks/PvDA, SP, BIJ1, PVV, CDA, PvdD, DENK

Als je klaar bent laat je het resultaat aan je docent zien en kan je anderen gaan helpen met hun assenstelsel.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.