Plotseling zagen ze Mozes en Elia met Jezus spreken. 4 Petrus zei tegen Jezus: "Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U dat wil, zal ik hier drie tenten neerzetten. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia." 5 Op datzelfde moment kwam er een stralende wolk om hen heen. En een stem zei vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon, van wie Ik heel veel houd. Ik ben erg blij met Hem. Luister naar Hem." 6 Toen de leerlingen dit hoorden, lieten ze zich op de grond vallen van angst. 7 Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: "Sta op, wees maar niet bang." 8 Toen ze opkeken, zagen ze niemand meer. Alleen Jezus was er nog.