uitleggen dat de democratische revoluties in de 18e eeuw en de groeiende macht van de liberalen een positieve invloed hadden op de godsdienstvrijheid voor niet-calvinisten in Nederland;
beschrijven hoe de katholieke en de calvinistische gemeenschap in Nederland reageerden op de toegenomen godsdienstvrijheid;
beschrijven hoe liberalen en confessionelen dachten over de rol van religie in de politiek;
uitleggen welke opvattingen liberalen en confessionelen in Nederland hadden over het ‘bijzonder onderwijs’;
met voorbeelden uitleggen wat de verzuiling is.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 10 slides, with text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Leerdoelen
uitleggen dat de democratische revoluties in de 18e eeuw en de groeiende macht van de liberalen een positieve invloed hadden op de godsdienstvrijheid voor niet-calvinisten in Nederland;
beschrijven hoe de katholieke en de calvinistische gemeenschap in Nederland reageerden op de toegenomen godsdienstvrijheid;
beschrijven hoe liberalen en confessionelen dachten over de rol van religie in de politiek;
uitleggen welke opvattingen liberalen en confessionelen in Nederland hadden over het ‘bijzonder onderwijs’;
met voorbeelden uitleggen wat de verzuiling is.
Slide 1 - Slide
Kenmerkende aspecten
De opkomst van emancipatiebewegingen
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Veranderende samenleving
Eén religie voor alle Nederlanders, dat was tot 1848 het doel van de Nederlandse koningen. Door toedoen van de liberalen die de macht kregen kwam er meer godsdienstvrijheid (aanzet tot scheiding kerk en staat). Dit had 3 gevolgen:
Er kwam een emancipatieproces op gang onder de katholieken. Ze waren weer wat duidelijk aanwezig in de samenleving (vanaf 1853 weer bisschoppen).
Naast de gematigde, ‘hervormde’ variant van het protestantisme kwamen er nieuwe, orthodoxe (rechtlijnige), ‘gereformeerde’ kerken.
Geloof kwam meer in de politiek: begin van het confessionalisme, een politieke stroming die het geloof centraal stelde.
Slide 4 - Slide
De schoolstrijd
Onder het liberalisme was de vrijheid van onderwijs opgenomen in de grondwet
Protestanten en Katholieken begonnen daarom hun eigen scholen te bouwen.
Over dit ‘bijzonder onderwijs’ ontstond een groot conflict, de zogenaamde 'schoolstrijd'.
Liberalen wilden deze scholen niet gelijk financieren zoals openbare scholen (vrees voor geloofsverdeeldheid).
Om als protestanten sterker te staan richtte Abraham Kuyper de Anti Revolutionaire Partij op (1879). De eerste politieke partij in Nederland.
Samen met de katholieken gingen de protestanten de strijd aan om het bijzonder onderwijs financieel gelijkgesteld te krijgen (dit gebeurde in 1917 pas).
Slide 5 - Slide
Begin verzuiling
De gereformeerd calvinist Groen van Prinsterer kwam in 1849 in de kamer
Hij was tegenstander van het liberalisme en de vernieuwingen uit de Franse Revolutie (vandaar de term: antirevolutionairen)
Om de emancipatiestrijd aan te gaan met de liberalen moesten de protestanten zich geïsoleerd begeven in hun eigen kring (in ons isolement ligt onze kracht)
Zijn opvolger Kuyper (oprichter ARP) sprak later ook van soevereiniteit in eigen kring: het gezin, de economie, de kerk en het onderwijs waren onafhankelijk van ander gezag.
Onder zijn leiding werden een eigen universiteit (Vrije Universiteit en eigen krant (de Standaard) opgericht.
Ook werd hij in 1901 Minister-President van NL
Slide 6 - Slide
Maatschappelijke zuilen ontstaan
Op allerlei fronten trokken katholieken en protestanten zich terug in eigen organisaties met als doel sterker te staan om verder te emanciperen in de maatschappij.
Er ontstonden zuilen (groepen) van socialisten, katholieken en protestanten die ten aanzien van de liberalen wilden emanciperen.
Ze kregen eigen scholen, vakbonden, kranten, radio-omroepen verenigingen etc.
Nederland raakte verzuild en dit zou tot ver na de Tweede Wereldoorlog duren.
Verzuiling: Een maatschappelijke en politieke situatie waarin katholieken, protestanten, socialisten en liberalen zich hebben teruggetrokken in hun eigen organisaties en waarin alleen de leiders van deze organisaties nog onderling contact hebben.
Slide 7 - Slide
De pacificatie van 1917
In 1917 werden zowel de schoolstrijd als de kiesrechtkwestie opgelost.
De 'Pacificatie van 1917' was een maatschappelijk compromis (tussen confessionelen en voornamelijk socialisten):
de jarenlange schoolstrijd in Nederland werd opgelost. Bijzondere en openbare scholen werden financieel gelijkgesteld.
Daarnaast werd algemeen mannenkiesrecht ingevoerd, twee jaar later gevolgd door het algemeen kiesrecht (ook voor vrouwen).