Quiz: ICT en Kerst
1 / 32
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat zegt de kerstman?
A
Hohoho
B
Hahaha
C
Hihihi
D
Hehehe
Slide 3 - Quiz
Hoe zeg je 'fijne kerst' in het Engels?
A
Winter Wonderland
B
Holiday
C
Happy new year
D
Merry Christmas
Slide 4 - Quiz
Op welke dag vieren we Eerste Kerstdag?
A
23 december 2023
B
24 december 2023
C
25 december 2023
D
26 december 2023
Slide 5 - Quiz
Wat moet je onder een hangende mistletoe doen ?
A
Elkaar de hand geven
B
Elkaar een kus geven
C
Alleen maar huilen
D
kerstliedjes zingen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Wat doet Mr Bean met de baard?
A
Hij streelt de baard
B
Hij eet de baard
C
Hij gooit de baard omhoog
D
Welke baard?
Slide 8 - Quiz
Wat pakt Mr Bean?
A
Een kertsbal
B
Een kersttbal
C
Een kirstbal
D
Een kerstbal
Slide 9 - Quiz
Wat zoekt Mr Bean?
A
Een stopcontact
B
Een vrouw
C
Baby Jezus
D
Zijn hersenen
Slide 10 - Quiz
Hoeveel schapen gooide Mr Bean?
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 11 - Quiz
Welk dier is dit?
A
Een saurusdino
B
Een dinosaurus
C
Een kip
D
Een eend
Slide 12 - Quiz
Hoe vliegt de engel binnen?
A
Op de rug van een vogel
B
Met zijn eigen vleugels
C
Met de helicopter
D
Samen met een vlieg
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Hoeveel koekjes zag je op het vorige plaatje?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Hoeveel rode kerstballen zijn
er op de tekening te zien?
er op de tekening te zien?
A
10
B
12
C
14
D
16
Slide 19 - Quiz
Waar woont de kerstman?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Spanje
D
Amerika
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
Allemaal
B
Drie
C
Een
D
Twee
Slide 22 - Quiz
Wat vieren wij met kerst?
A
De geboorte van Jezus
B
De geboorte van Kerstman
C
De geboorte van Mevrouw Hilde
D
De geboorte van God
Slide 23 - Quiz
Welke kleuren heeft het pak van de kerstman?
A
Rood en wit
B
Groen en rood
C
Rood en zwart
D
Rood en roze
Slide 24 - Quiz
Hoe lang duurt de Kerstvakantie?
A
2 maanden
B
2 dagen
C
2 uren
D
2 weken
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Video
Wat doen de Muppets?
A
Huilen
B
Lachen
C
Voetballen
D
Zingen
Slide 27 - Quiz
Wat houdt het monster vast?
A
Twee katten
B
Twee bellen
C
Twee pennen
D
Twee stoelen
Slide 28 - Quiz
Wat gebeurt er?
A
De bel valt naast hem.
B
De bel valt onder hem.
C
De bel valt voor hem.
D
De belt valt op hem.
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Hoeveel letters zitten er in het woord ?
"kerstvakantie"
"kerstvakantie"
A
6
B
13
C
8
D
20
