This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Vorsten, Monniken en Boeren
4.3 Verspreiding van het Christendom
Slide 1 - Slide
Deze les:
- Opdrachten nakijken
- Instructie 4.3
- Huiswerk
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege ME in West-Europa verspreidde.
Je kunt uitleggen dat het christendom in de vroege ME geen eenheid was.
Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de ME erg belangrijk was.
Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.
Slide 3 - Slide
Par 3: De verspreiding van het Christendom.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.
A
Economische
B
Bestuurlijke
C
Religieuze
Slide 28 - Quiz
Wat is kerstening?
A
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer.
B
De verspreiding van het
christendom.
C
Dat is als de leenheer op
jihad gaat.
D
Dat betekent dat de paus
beschermt moet worden.
Slide 29 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’? Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden
Slide 30 - Quiz
Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 32 - Drag question
Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.
Slide 33 - Quiz
Waarom werden door missionarissen heidense gebruiken en feesten gekoppeld aan belangrijke christelijke gebeurtenissen?