H1.3 Weet wat je nodig hebt deel 2

Welkom, ga zitten volgens plattegrond
maak startopdracht in stilte en
leg je huiswerk open op tafel
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom, ga zitten volgens plattegrond
maak startopdracht in stilte en
leg je huiswerk open op tafel

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- bespreken huiswerk
- herhalen deel 1 §1.3
- uitleg 1.3 deel 2
- Maken opdrachten
- Evaluatie les


Slide 2 - Slide

Behoeften
Mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.

Er zijn basisbehoeften en overige behoeften
basisbehoeften
overige behoeften

Slide 3 - Slide

Goederen en diensten

Slide 4 - Slide

Gebruiks- en verbruiksgoederen
  • Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee en kun je meerdere keren gebruiken (tandenborstel)
     
  • Verbruiksgoederen gaan
    door gebruik op (tandpasta)

Slide 5 - Slide

Zelfvoorziening & consumeren
Zelfvoorziening

Wanneer je zelf in je behoeften voorziet
Consumeren

Wanneer je koopt om in je behoeften te voorzien

Slide 6 - Slide

Uitleg
Rekenen met procenten

Slide 7 - Slide

Met procenten een getal berekenen

Slide 8 - Slide

Rekenen met procenten

Slide 9 - Slide

Van procent naar getal
Wat is 5% van €200?


En 5% van €1.780?

Slide 10 - Slide

Van procent naar getal
Wat is 5% van €200?
stap 1=> 5% van € 200
stap 2 =>  5:100 = 0,05
stap 3 =>0,05 x € 200 = € 10

En 5% van €1.780?

Slide 11 - Slide

Van procent naar getal
Wat is 5% van €200?

En 5% van €1.780?
stap 1 => 5% van € 1.780
stap 2 => 5:100=0,05
stap 3 => 0,05 x € 1.780=€ 89
Let op geen punten intypen op je rekenmachine.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Wat
Maken 12 t/m 19 op blz 26 en 27
Hoe
Zelfstandig, of met buur op fluistertoon
Hulp
Theorie in boek, buur, daarna mw. de Boer
Tijd
20 minuten
Uitkomst
* Je kunt vertellen hoe geld is ontstaan
* Je kunt uitleggen dat er twee manieren zijn om te ruilen
Klaar
Maken plusopdrachten 1 t/m 9 op blz 38 en 39

Slide 13 - Slide

Met procenten een getal berekenen


te berekenen aantal of bedrag = % : 100 x totaal


Slide 14 - Slide

Vooruitblik 
Volgende les:
Weet wat je koopt!








Slide 15 - Slide