2B -wo101121

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Présenter ta famille
  
• Grammaire
• Au travail
• Les devoirs
  

But: iemand kunnen beschrijven a.d.h.v. bijvoeglijk naamwoord

Présenter sa famille

Vertel:

• hoeveel broers/zussen je hebt
• hoe hij/zij heet/heten
• hoe hij/zij is/zijn
• wat jullie graag samen doen
• welke huisdieren jullie hebben

Grammaire

• Mon père est grand, mais ma mère n'est pas grande. 
• Mes cousines ne sont pas petites, mais grandes. 

• Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of meervoud)
• Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Grammaire

mannelijk enkelvoud	-
vrouwelijk enkelvoud	+e
mannelijk meervoud	+s
vrouwelijk meervoud	+es

Attention!

Eindigt een bijv. nw. al op een -e?

Dan géén extra -e bij vrouwelijk enkelvoud. 

rood = rouge 

la maison rouge 

Attention!

Eindigt een bijv. nw. al op een -s?

Dan géén extra -s bij mannelijk meervoud. 

grijs = gris

le souris gris --> les souris gris

Uitzonderingen

	mannelijk ev	vrouwelijk ev	mannelijk mv	vrouwelijk mv
goed/lekker	bon	bonne	bons	bonnes
mooi	beau	belle	beaux	belles
nieuw	nouveau	nouvelle	nouveaux	nouvelles
oud	vieux	vieille	vieux	vieilles

Un petit exercice

1. J'habite dans une maison .... (gris)
2. Nous avons un ... chien (petit)
3. Mais ma tante a des .... chiens (grand)
4. Le français est une langue ... (facile) 
5. Paris est une .... ville (beau)

Au travail

Exercice 16 et 17

Page 70

Les devoirs

Vendredi 12 novembre 

Apprendre: blokje A en B NF/FN + uitleg bijv. nw

Faire: exercice 16 et 17