(H5) Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
Inkoopwaarde van de omzet = de inkoopprijs van de verkochte producten
Voorbeeld:
- Je koopt 100 broeken in voor een inkoopprijs van € 50,- per stuk.
- Je verkoopt alle 100 broeken.
- De inkoopwaarde van de omzet is dan 100 x € 50,- = € 5.000,-
- Stel dat je maar 90 broeken verkoopt. Dan is de inkoopwaarde van de omzet 90 x € 50,- = € 4.500,-