KM 2 Week 5 chapitre 2 Bron G

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bienvenue! 

Présence (Aanwezigheid)

Tout le monde est présent?

(Is iedereen aanwezig?)

Leerdoelen week 3

1. R Ik ken 10 bijvoeglijke naamwoorden waarmee ik iets of iemand kan beschrijven. 
2. T2 Ik kan een tekst lezen over dieren.
3. Ik kan een regelmatig werkwoord gebruiken dat op ER eindigt.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Les mots de la semaine 3

calme

enthousiaste

casse-pied

petit

grand

facile

difficile

rouge

bleu

noir

rustig

enthousiast

vervelend

klein

groot

makkelijk

moeilijk

rood

blauw

zwart

Quizlet

https://quizlet.com/join/yHTBS5VAS?i=1fpsze&x=1bqt

Vorige les???

Leerdoelen week 4

1. R Ik ken woorden die te maken hebben met huizen en wonen.
2. T2 Ik kan een tekst lezen over wonen.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Les mots de la semaine 4

le lit

l'armoire

la chambre

la table

la salle de bains

la cuisine

la salle de séjour

la chaise

le jardin

la terrasse

het bed

de kledingkast

de (slaap)kamer

de tafel

de badkamer

de keuken

de woonkamer

de stoel

de tuin

het terras

Quizlet

https://quizlet.com/join/yHTBS5VAS?i=1fpsze&x=1bqt

Les mots de la semaine 5

la ferme

l'appartement

la maison

micro

vieux, vieille

souvent

faire mes devoirs

comment

het bed

de kledingkast

het huis

klein

oud

vaak

mijn huiswerk maken

hoe

Quizlet

https://quizlet.com/join/yHTBS5VAS?i=1fpsze&x=1bqt

Le corps humain

Instructie 

Chapitre 2

Bron G

p. 82-83

Bron G

Leerdoelen week 3

1. R Ik ken 10 bijvoeglijke naamwoorden om iets of iemand te beschrijven.
2. T1 Ik weet dat ik de letters d,t,s,x p aan het einde van een woord niet uitspreek.
3. T1 Ik kan een regelmatig werkwoord gebruiken dat op ER eindigt.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Chapitre 2

Bron C

Ex. 13abc, 14

Bron D

16abcd

Quizlet

https://quizlet.com/join/yHTBS5VAS?i=1fpsze&x=1bqt

Les mots de la semaine 3

calme

enthousiaste

casse-pied

petit

grand

facile

difficile

rouge

bleu

noir

rustig

enthousiast

vervelend

klein

groot

makkelijk

moeilijk

rood

blauw

zwart

Quizlet

https://quizlet.com/join/yHTBS5VAS?i=1fpsze&x=1bqt

ex. 30b

Parler de sa famille

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Leerdoelen

1. T1 Ik kan het vragend voornaamwoord gebruiken.
2. 
   

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Evaluatie:

Het huiswerk