Plein M 2a, cursus 2.1

• Praktijkonderwijs

Waarom zijn er verschillende klimaten?

1. Ligging evenaar

2. Ligging bij de zee

3. Verschil in hoogte

1. Ligging evenaar

2. Ligging van de zee

3. Verschil in hoogte

opdracht 3, blz. 47: juist / onjuist

a: Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen.

b: Tropisch klimaten liggen dicht bij de evenaar.

c: Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde

d: In de zomer neemt de wind van zee warme lucht mee naar het land

e: De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer je wordt.

opdracht 3, blz. 47: juist / onjuist

a: Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen.

b: Tropisch klimaten liggen dicht bij de evenaar.

c: Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde

d: In de zomer neemt de wind van zee warme lucht mee naar het land

e: De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer je wordt.

opdracht 3, blz. 47: juist / onjuist

a: Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen.

b: Tropisch klimaten liggen dicht bij de evenaar.

c: Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde

d: In de zomer neemt de wind van zee warme lucht mee naar het land

e: De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer je wordt.

opdracht 3, blz. 47: juist / onjuist

a: Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen.

b: Tropisch klimaten liggen dicht bij de evenaar.

c: Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde

d: In de zomer neemt de wind van zee warme lucht mee naar het land

e: De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer je wordt.

opdracht 3, blz. 47: juist / onjuist

a: Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen.

b: Tropisch klimaten liggen dicht bij de evenaar.

c: Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde

d: In de zomer neemt de wind van zee warme lucht mee naar het land

e: De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer je wordt.

opdracht 3, blz. 47: juist / onjuist

a: Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen.

b: Tropisch klimaten liggen dicht bij de evenaar.

c: Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde

d: In de zomer neemt de wind van zee warme lucht mee naar het land

e: De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer je wordt.

opdracht 4, blz. 47

a: Bekijk afbeelding 4. Op de Mont Blanc is het kouder dan in Chamonix.

Dit komt door de

opdracht 4, blz. 47

a: Bekijk afbeelding 4. Op de Mont Blanc is het kouder dan in Chamonix.

Dit komt door de hoogteligging

B: In IJsland is het kouder dan in Afrika. Dit komt door de 

opdracht 4, blz. 47

a: Bekijk afbeelding 4. Op de Mont Blanc is het kouder dan in Chamonix.

Dit komt door de hoogteligging

B: In IJsland is het kouder dan in Afrika. Dit komt door de ligging bij de evenaar.

C: In Enschede zijn de zomers net iets warmer dan op de Waddeneilanden. Dit komt door de

opdracht 4, blz. 47

a: Bekijk afbeelding 4. Op de Mont Blanc is het kouder dan in Chamonix.

Dit komt door de hoogteligging

B: In IJsland is het kouder dan in Afrika. Dit komt door de ligging bij de evenaar.

C: In Enschede zijn de zomers net iets warmer dan op de Waddeneilanden. Dit komt door de ligging bij de zee

D: In Moskou is het in de winter kouder dan in St. Petersburg. Dit komt door de 

opdracht 4, blz. 47

a: Bekijk afbeelding 4. Op de Mont Blanc is het kouder dan in Chamonix.

Dit komt door de hoogteligging

B: In IJsland is het kouder dan in Afrika. Dit komt door de ligging bij de evenaar.

C: In Enschede zijn de zomers net iets warmer dan op de Waddeneilanden. Dit komt door de ligging bij de zee

D: In Moskou is het in de winter kouder dan in St. Petersburg. Dit komt door de ligging bij de evenaar

Samen lezen leerstof klimaatgebieden

(blz. 48)

Samen maken opdracht 5

Samen lezen leerstof Plantenzones (blz. 49)

+ opdracht 6 invullen

Praktijk opdracht

1. Kies met jouw groepje uit de volgende klimaten:

 Tropisch klimaat, Droog klimaat, zee-klimaat, land klimaat, koud-klimaat

2. Vertel met plaatjes / woorden / powerpoint / muurkrant over dit klimaat:

- Waar op de wereld komt dit klimaat voor?

- Welke dieren leven er?

- Welke planten komen er voor?

- Hoe is de bevolking in dit klimaat?