Paragraaf 8 en 9: onjuiste inversie en symmetrie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Goedemorgen!

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen

• Terugblik vorig les
  
• Opdracht 19 bespreken
  
• Paragraaf 9 theorie (onjuiste symmetrie) + opdracht 20 maken en bespreken
  
• Maken: opdr. 20, stencil met oefeningen
  
• Les afsluiten

Lesdoelen

• Ik kan een onjuiste inversie herkennen en verbeteren (paragraaf 8);
  
• Ik ken de drie soorten fouten bij onjuiste symmetrie benoemen en de zin verbeteren (paragraaf 9).
  

Terugblik + oefenen

1. Wat is een inversie? Welke twee dingen zijn omgedraaid?

2. Wanneer is een inversie niet goed en hoe check je of een inversie juist of onjuist is? (Tip: kijk naar de tweede zin in de samengestelde zin)

4. Lees onderstaande zinnen. Juiste of onjuiste inversie?

1. Het concert was uitverkocht en gingen we dus maar weer naar huis.

2. Zaterdag pikken we vaak een terrasje, maar was ik vanmiddag verhinderd.

3. Gisteren gingen we fietsen en gaan we vandaag wandelen.

Paragraaf 8: foutieve inversie

Inversie betekent dus dat de persoonsvorm en het onderwerp gewisseld worden. Dat mag alleen in de volgende gevallen:

1. Hoofdzin is een vraagzin is ("Fiets ik naar school?")
2. Hoofdzin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp ("Morgen fiets ik naar school")
3. Samengestelde zin begint met een bijzin ("Terwijl ik bel, fiets ik naar school")

Opdracht 19 nakijken

Onjuiste inversie

Paragraaf 9: geen symmetrie

Komt vooral voor bij opsommingen. De delen die je opsomt moeten dezelfde structuur of grammaticale functie hebben. Vergelijk:

1. Een verhaal bestaat meestal uit drie delen: een begin, een midden en hoe het eindigt.
   
2. Een verhaal bestaat meestal uit drie delen: een begin, een midden en een einde.
   

Welke zin is wel symmetrisch, welke niet en waarom?

Paragraaf 9: geen symmetrie

Er zijn drie soorten fouten in symmetrie: getal, voornaamwoord of grammaticale functie:

1. Getal: Volgens het artikel staat de Duitser erom bekend dat hij meer vlees eet dan de Nederlanders.
   
2. Voornaamwoord: Vroeger zag men meer bakfietsen dan nu en nu kom je veel e-bikes tegen.
3. Grammaticale functie (bijv. andere woordgroep): Het resultaat was een mooi verslag en dat ze een mooi cijfer hebben gekregen.
   

Paragraaf 9: geen symmetrie

Verbeter de voorbeeldzinnen

1. Volgens het artikel staat de Duitser erom bekend dat hij meer vlees eet dan de Nederlanders.
   
2. Vroeger zag men meer bakfietsen dan nu en nu kom je veel e-bikes tegen.
3. Het resultaat was een mooi verslag en dat ze een mooi cijfer hebben gekregen.
   

Aan de slag!

• Eerste vraag opdracht 20 samen en verder afmaken (8 minuten)
  
• Opdracht 20 bespreken.
• Klaar? Maak de oefeningen van het stencil (is voor donderdag huiswerk).