Check zuren en basen notatie en rekenen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

"check" zuren en basen.

Log in (gebruik je voornaam)

Dit kan via app of via website.

Lessonup.com

Lesonup app

Welk cijfer zou je graag willen halen op de SE week?

010

Welk cijfer denk je te gaan halen op de SE week?

010

Wat is de juiste notatie voor de stof magnesiumsulfide

1. MgSO​4​​(s)
2. Mg​+​​+SO​4​−​​
3. MgS(s)
4. MgSO​3​​(aq)

Geef de juiste formule van zoutzuur.

1. HCl (aq)
2. HCl(g)
3. H​3​​O​+​​(aq)+Cl​−​​(aq)
4. H​3​​O​+​​(aq)+H​2​​O(l)

Geef de juiste deeltjes notatie:
Een oplossing van keukenzout.

let op, niet alles is in sub/super-script, kies de beste..

1. keukenzout (opl)
2. NaCl (aq)
3. 2Na(aq)+Cl​2​​(aq)
4. Na​+​​(aq)+Cl​−​​(aq)

Wat is de definitie van een base:

1. Een deeltje dat een H+ ion kan opnemen.
2. Een deeltje dat een H+ ion kan afstaan.
3. Een deeltje met een pH kleiner dan 7.
4. Een deeltje dat betrokken is in een zuur-base reactie.

Geef de juiste notatie van een oplossing van salpeterzuur

1. HNO​2​​(aq)
2. HNO​3​​(aq)
3. H​3​​O​+​​(aq)+NO​2​−​​(aq)
4. H​3​​O​+​​(aq)+NO​3​−​​(aq)

Geef de juiste notatie van een oplossing van azijnzuur.

1. CH​3​​COOH(aq)
2. CHOOH(aq)
3. CH​3​​COO​−​​(aq)+H​3​​O​+​​(aq)
4. CHOO​−​​(aq)+H​3​​O​+​​(aq)

Geef de juiste notatie van een oplossing van natriumsulfiet

1. NaSO​4​​(aq)
2. Na​2​​SO​3​​(aq)
3. 2Na​+​​(aq)+So​3​2​​.​−​​(aq)
4. 2Na​+​​(aq)+SO​3​2​​.​−​​(aq)

Geef de juiste deeltjesnotatie bij:
een oplossing van natriumoxide

1. Na​+​​(aq)+OH​−​​(aq)
2. Na​2​​O(aq)
3. 2Na​+​​(aq)+O​2​​.​−​​(aq)
4. NO​2​​(aq)

Geef de juiste deeltjesnotatie van natronloog.

1. Na​+​​(aq)+OH​−​​(aq)
2. 2Na​+​​(aq)+O​2​​.​−​​(aq)
3. Na​+​​(aq)+ClO​−​​(aq)
4. NaClO(aq)

Bereken de pH van:
0,034 M zoutzuur

1. 1,47
2. 0,45
3. 1,46
4. -1,47

Hoeveel significante cijfers heeft een oplossing met pH=11,3

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de tussenstand ?

Beheers je de basis deeltjes notatie?

Beheers je de basis rekenen met pH?

Check out.
Wat is het correcte antwoord bij opgave 21a uit het boek.

Check out.
Wat is het correcte antwoord bij opgave 37b

Het zout zilverchloride wordt toegevoegd aan water. Geef de juiste deeltjesinventarisatie:

1. Ag​+​​(aq),Cl​−​​(aq),H​2​​O(l)
2. AgCl(s),H​2​​O(l)
3. Ag​+​​(aq),HCl(aq),OH​−​​(aq)
4. Ag(s),Cl​2​​(g),H​2​​O(l)

Bereken de pOH van een 0,0040 M natronloog: Na+ (aq) + OH-(aq)

1. 11,60
2. 0,99
3. 3,12
4. 2,40

Er wordt 1,0 gram natriumhydroxide opgelost in 250 mL water. Bereken de pH. (BiNaS)

1. 1,0
2. 0,1
3. 13,0
4. 12,0

een zure oplossing heeft een pH van 3,43 Bereken [H3O+]

1. ?
2. 2,69x10^3 M
3. 3,72x10^-4 M
4. 0,54 M

Een basische oplossing heeft een pH van 12,00.
Bereken [OH-]

1. 0,01 M
2. 1x10^-12 M
3. -1,00 M
4. 2x10-2M

Wat kan jij de komende week doen om jezelf te verbeteren?

De gassen ammoniak en waterstofchloride zijn bij een temperatuur van 25 °C in evenwicht met ammoniumchloride NH3(g) + HCI(g) ⇆ NH4Cl(s).
Wat is hier de evenwichtsvoorwaarde K ?

1. K= 1 / [NH3] [HCl]
2. K= 1/[NH3] + [HCl]
3. K= [NH4Cl]/[NH3] [HCl]
4. K= [NH3] [HCl]

Er bestaan evenwichtsreacties en aflopende reacties.
Welke bewering over evenwichtsreacties en aflopende reacties is juist?

1. Bij evenwicht is de reactiesnelheid nul.
2. Bij evenwicht zijn de concentraties voor en na de pijl gelijk.
3. Aflopende reacties hebben altijd een katalysator nodig.
4. Een aflopende reactie gaat door totdat een van de beginstoffen op is.

Einde

Wat ging goed? Wat ging nog niet goed ?

Waar moet je zelf de komende week aan werken ?