3gt NN blok 5 TAALVERZORGING SPELLING

3gt blok 5 TV spelling 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3gt blok 5 TV spelling 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De inhoud
verkleinwoorden
afkortingen
letterwoorden
initiaalwoorden
verkorting
symbool

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

verkleinwoorden
Taalverzorging: spelling
H5: Verkleinwoorden


Lesdoel: Ik kan verkleinwoorden goed spellen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verkleinwoorden
Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandige naamwoorden. 
In de Nederlandse taal worden erg vaak verkleinwoordjes gebruikt.

Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord HET

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Rechts zie je de verkleinwoorden.
Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?
Doel: je weet wat een verkleinwoord is.

Slide 5 - Slide

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je
De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.
Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

afkortingen
Taalverzorging: spelling
H5: afkortingen


Lesdoel: Ik kan afkortingen goed spellen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Afkortingen
Afkortingen 1
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

VVV

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afkortingen
Afkortingen die we ook volledig als woord uitspreken krijgen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN

havo, pin, bh, vmbo, mbo, tv
Afkortingen 2

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Afkortingen
Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig moet uitspreken schrijf je WEL met PUNTEN.

a.u.b.     e.d.        o.a.     enz.     z.o.z. 
bijv.       m.a.w.   etc.    t.w.v. 
Afkortingen 3

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Btw is de afkorting voor
A
Belasting toegevoegde waarde
B
Bruto toegevoegde waarde
C
By the way

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afkorting van 'kilometer'?
A
km
B
klm
C
k.m.
D
km.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Afkorting:
'met behulp van'
A
m.b.v.
B
mbv
C
M.B.V.
D
MBV

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste afkorting van diskjockey
A
d.j.
B
D.J.
C
dj
D
DJ

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de afkorting so?
A
schoolonderzoek
B
schriftelijke overhoring
C
speciale ondersteuning
D
sociale ouders

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste afkorting?

onder vermelding van
A
ovv
B
o.v.v.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste afkorting.
A
rtl
B
r.t.l.
C
RTL
D
R.T.L.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afkorting van 'watercloset'?
A
WC
B
wc

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je de afkorting?
A
vmbo
B
v.m.b.o.
C
VMBO
D
V.M.B.O.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afkorting van 'alstublieft'
A
aub
B
a.u.b.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent deze afkorting?
A
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
B
Koninklijke Landings Maatschappij
C
Koninklijke Leden Maatschappij
D
Koninklijke Luiaards Maatschappij

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afkorting voor IC?
A
intercity
B
intensive care
C
international care

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afkorting van school?
A
ADR
B
EDR
C
IDR

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Einde blok 5 TV spelling
verkleinwoorden
afkortingen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions