Les 5 - V5 90 min - describir entorno

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Clase de español - V5 

jueves, 17 de septiembre de 2020

Objetivo

Terminar el párrafo de los personajes

Escribir sobre el entorno

Hoy en clase

• La clase anterior
• La preparación para la clase de hoy
• Terminar el párrafo describir los personajes
• Las presentaciones gustar, interesar, etc. (Cees, Ruben, Mees, Lev)
• Escribir el Entorno
• La evaluación 
• La preparación para la semana que viene

La clase anterior

Contesta con tu compañero de clase en holandés a estas preguntas:

1. ¿De qué tiempos del pasado hablamos la clase anterior?

2. ¿Qué párrafo has escrito en clase?

3. ¿Qué error haces tú mucho en tu reseña?

Contesta en holandés:
¿cuándo usas el indefinido en tu reseña?

Contesta en holandés:
¿cuándo usas el imperfecto en tu reseña?

Ojo

De tekst voor je recensie is ook de tekst die je moet gebruiken voor je presentatie.

Maak het dus niet ingewikkeld voor jezelf.

Schrijf simpele Spaanse zinnen op!

Describir los personajes

Vertel wie voor jou de belangrijkste personages zijn (2 of 3)

Leg uit waarom.

Geef een beschrijving van hun uiterlijk, karakter, beroep.

Leg uit wat hun rol in de serie is en hoe hun relatie met het andere personages of de andere personages is.

Schrijf dit eerst in het Nederlands. Gebruik korte zinnen, maar met bijvoeglijke naamwoorden. Vertaal daarna naar het Spaans. Doe als je het vertelt aan een klein jongetje of meisje.

Presentación gustar, interesar, etc

Cees

Lev

Ruben

Mees

¿Cómo se forma?

Un ejercicio

Escribir sobre el entorno

Setting: 

Waar speelt de serie zich voornamelijk af?

Locatie(s), beschrijving locatie, details omtrent de

locatie(s).

Relatie locatie en het verhaal (waarom daar?)

In welke periode speelt het verhaal zich af?

Relatie periode en het verhaal (waarom toen?)

Zich afspelen = desarrollarse

1. Welke grammatica heb je vandaag gebruikt in je recensie?
2. Wat vergeet jij altijd als je in het Spaans schrijft?

La preparación para el martes

Aprender vocabulario hol-esp reader pág. 39 y 40.

Aprender toda gramática (presente, perfecto, imperfecto, indefinido, hay/ser/estar, futuro y condicional)

OJO: alle grammatica en vocabulaire worden ook getoetst in de toetsweek spa-ned, ned-spa!