Woordbetekenissen vinden H6 woordenschat

Nederlands
Woordenschat H6
Woordbetekenissen vinden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Nederlands
Woordenschat H6
Woordbetekenissen vinden

Slide 1 - Slide

Deze les:
Jullie:
Niet praten als een ander praat
Vinger opsteken
Mevrouw Domante:
Geeft nieuwe uitleg
Beantwoordt vragen

Slide 2 - Slide

Agenda
Leerdoel
Voorkennis
Uitleg
Controle leerdoel
Zelfstandig werken
Evaluatie

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les:
weet je hoe je de woordraadstrategieën gebruikt, om de betekenis van woorden te achterhalen.

Slide 4 - Slide

Raad het woord
De betekenis van dit woord is: iets vervelends wat je toevallig overkomt.
Synoniemen van het woord zijn: tegenvaller en ongeluk.
Voorbeelden bij het woord zijn: lekke band en bus gemist.
Tegenstellingen van het woord zijn: geluk en meevaller.
Je kunt met dit woord een samenstelling maken: ...vogel.
Een uitdrukking die bij dit woord past, is: achter het net vissen.

Slide 5 - Slide

Wie kan de meeste synoniemen bedenken?

voorbeeld: pagina-bladzijde
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Wie kan de meeste tegenstellingen bedenken?

voorbeeld: warm-koud
timer
1:00

Slide 7 - Slide

De vijf woordraadstrategieën
Zoek in de tekst naar een synoniem.

Zoek in de tekst naar de betekenis.
Zoek in de tekst naar een voorbeeld.
Zoek in de tekst een tegenstelling.
Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel. Let op voor- en achtervoegsels.



Slide 8 - Slide

Schrijf de 5 woordraadstrategieën op.
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken

Slide 10 - Slide

Evaluatie
Waar/niet waar?

1. Ik vond de stof moeilijk.
2. Ik voel me goed voorbereid op de toets.
3. Ik ben tevreden over mijn eigen inzet deze les.

Slide 11 - Slide

Nederlands
Woordenschat H6
Woordbetekenissen vinden

Slide 12 - Slide

Agenda
Leerdoel
Terugblik
Controle leerdoel
Zelfstandig werken
Evaluatie

Slide 13 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les:
weet je hoe je de woordraadstrategieën gebruikt, om de betekenis van woorden te achterhalen.

Slide 14 - Slide

Terugblik vijf woordraadstrategieën
Zoek in de tekst naar een synoniem.

Zoek in de tekst naar de betekenis.
Zoek in de tekst naar een voorbeeld.
Zoek in de tekst een tegenstelling.
Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel. Let op voor- en achtervoegsels.



Slide 15 - Slide

Schrijf de 5 woordraadstrategieën op.
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Woordenschat
Wat is een synoniem voor begrijpen?
A
onduidelijk
B
doorhebben
C
afkeer
D
uiteraard

Slide 17 - Quiz

woordenschat:
Wat betekent 'circa'?
A
ongeveer
B
maakte af
C
tijdperk
D
begin/opening

Slide 18 - Quiz


Opdracht 13.1
Lees de zin hieronder. Stel, je wilt de onderstreepte woorden opzoeken in een woordenboek. Bij welke grondwoorden zoek je?
  Borus had bijzonder werk: hij kalibreerde (1) meetinstrumenten op de geijkte temperatuur.



A
kalibreerde
B
kalibreer
C
kaliber
D
kalibreren

Slide 19 - Quiz

Wat is geen woordraadstrategie?
A
zoek synoniemen
B
zoek voorbeelden
C
zoek tegenstellingen
D
het zijn allemaal woordraadstrategieën

Slide 20 - Quiz

Je moet in het woordenboek het woord 'zeilmakerij' opzoeken, hoe pak je dat aan?
A
Ik ga gewoon bladeren
B
Ik kijk bij de eerste letter van het woord
C
Ik zoek het achterin het woordenboek op
D
Ik kijk naar de verschillende delen van het woord

Slide 21 - Quiz

Moet je de betekenis van een moeilijk woord altijd opzoeken in een woordenboek?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Zelfstandig werken

Slide 23 - Slide