Maar! In een zin met een naamwoordelijk gezegde is het anders:
Als er één werkwoord staat -> is het een koppelwerkwoord (dus geen zelfstandig werkwoord!!).
Koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen.
Het koppelwerkwoord koppelt een (tijdelijke) eigenschap aan het onderwerp.