6.4 Economie in Europa

6.4 Economie in Europa
H6 Eenheid en verdeeldheid
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.4 Economie in Europa
H6 Eenheid en verdeeldheid

Slide 1 - Slide


Hoe meet je de bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal mensen
B
De grootte van het land
C
Het aantal mensen gedeeld door de grootte van het land
D
Het aantal mensen gedeeld door het aantal woonplaatsen

Slide 2 - Quiz

Tot 200 m boven NAP
200m tot 500m boven NAP
1500m en hoger boven NAP
500m tot 1000m boven NAP
Laagland 
Heuvelland 
Middelgebergte 
Hooggebergte 

Slide 3 - Drag question

Oost-Duitsland
West-Duitsland
Communisme
Kapitalisme
Oostblok
Westblok
Sovjet-Unie
Verenigde Staten
Nederland

Slide 4 - Drag question


Waarom is de Koude Oorlog "koud"?
A
Het was een oorlog in een koud gebied
B
De wapens zijn koud gebleven want er is nooit oorlog geweest
C
Een atoombom is een koud wapen
D
Zowel Stalin als Kennedy waren ijskonijnen

Slide 5 - Quiz


Wat is een wapenwedloop?
A
Een weddenschap die gaat over wapens
B
Een hardloopwedstrijd waar je wapens mag gebruiken
C
Een soort wedstrijd waar landen betere wapens willen als de ander
D
Een wedstrijd die uitloopt in een oorlog

Slide 6 - Quiz


Wat heeft de EU niet?
A
Een politie
B
Een leger
C
Een eigen munt
D
Open grenzen

Slide 7 - Quiz

Deze les:
Economie in Europa

- Na deze les weet je hoe en vrije markteconomie werkt
- Na deze les kun je het verschil tussen een vrije markteconomie en een planeconomie uitleggen.
- Na deze les weet je hoe de economie in Europa werkt.

Slide 8 - Slide

Markt
Elke plek waar je dingen koopt en verkoopt = Verhandelen
- Een supermarkt
- Een markt
- Een winkelcentrum
- Een website (marktplaats.nl)
- Een veiling
- Internationale markt (uit een ander land)

Slide 9 - Slide

Markt
Als jij iets wilt kopen      -> Vraag


Iets kopen uit een ander land                   -> Import (Invoer)
Alle geimporteerde producten samen ->  Invoerwaarde


Slide 10 - Slide

Markt
- Als jij iets wilt verkopen      -> Aanbod


- Iets verkopen naar een ander land     -> Export (Uitvoer)
Alle geexporteerde producten samen -> Uitvoerwaarde

Slide 11 - Slide

De EU
Binnen de EU hoef je niet extra te betalen voor import of export
Buiten de EU wel.

Handelen in de EU is dus erg makkelijk.

Door de open grenzen kan je makkelijk in een ander land werken, of een bedrijf beginnen.

Slide 12 - Slide

Stel: Jij wilt een frikandellenbroodje kopen.
Dit is een voorbeeld van....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 13 - Quiz

De Jumbo verkoopt frikandellenbroodjes.
Dit is een voorbeeld van .....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 14 - Quiz

De frikandel is in Nederland te krijgen, maar de curry wordt uit Duitsland gehaald. Dit is een voorbeeld van ....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 15 - Quiz

Moet Jumbo extra betalen om de curry te importeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

De waarde van alle curry die naar Nederland worden geïmporteerd bij elkaar is de ....
A
Uitvoerwaarde
B
Invoerwaarde

Slide 17 - Quiz

In de VS is vraag naar frikandellenbroodjes, maar ze hebben geen curry en geen frikandellen. De Jumbo verkoopt deze aan de VS. Hier is sprake van.....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 18 - Quiz

Moet de Amerikaanse winkels extra betalen om de frikandellenbroodjes te importeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

De waarde van alle frikandellenbroodjes die naar de VS worden geëxporteerd bij elkaar is de ....
A
Uitvoerwaarde
B
Invoerwaarde

Slide 20 - Quiz

Vrije markteconomie
Een markt die werkt met vraag en aanbod
Bedrijven produceren producten waar vraag naar is.

Past bij kapitalisme (Westblok)

Slide 21 - Slide

Planeconomie
Een markt waar de overheid de baas is
Bedrijven produceren wat de overheid wilt.

Past bij het communisme (Oostblok)

Slide 22 - Slide

De iPhone is er populair onder jongeren. Telefoonwinkels importeren veel iPhones.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 23 - Quiz

De Chinese overheid laat 300.000 namaak-iPhones produceren.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 24 - Quiz

Iedereen loopt in dezelfde trui, omdat elke winkel alleen die trui verkoopt
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 25 - Quiz

Iedereen loopt in een trui van Daily Paper, omdat dat merk erg populair is.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 26 - Quiz

De winnaar van deze quiz is een soepstengel.

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Wat?

Lees de teksten op bladzijdes 116, 117, 118, 119 en 120 en ervaar dat je heel veel van deze stof al kent.

Maak de opgaves 2 tot en met 11. Opdracht 6 niet.

Hoe?

Door je potlood/pen te pakken en alvast te lezen wat er staat aan tekst op de bladzijdes. 

Vervolgens kun je de opdrachtjes maken.


Klaar?

Nakijken

Test Jezelf bladzijde 130.


Slide 28 - Slide

Deze les:
Economie in Europa

- Na deze les weet je hoe en vrije markteconomie werkt
- Na deze les kun je het verschil tussen een vrije markteconomie en een planeconomie uitleggen.
- Na deze les weet je hoe de economie in Europa werkt.

Slide 29 - Slide