This lesson contains 18 slides, with text slides.
Vul prijs = 35 in de 2e formule:
aantal= (35 −15)/2=10
Dus: aantal = 10, prijs = 35
Vul prijs = 35 in de 2e formule:
aantal= (35 −15)/2=10
Dus: aantal = 10, prijs = 35
Herhaal dit met een tweede getal. Klopt dit ook? Dan zijn de formules zijn gelijkwaardig