2TL2 11 maart

WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2

Slide 1 - Slide

     Let op je plek

Slide 2 - Slide

 De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek, laptop, pen en schrift op  
   tafel
- Tas van de tafel
- Eigen naam in LessonUp
- Iedereen doet mee

timer
2:00

Slide 3 - Slide

Programma van de les 2TL2
11 maart
Programma:

  • Aanwezigheid
  • Toets 18 maart
  • Huiswerk
  • Uitleg
  • Aan de slag
Lesdoel:

Verwijswoorden
Lastige werkwoorden

Slide 4 - Slide

Lesdoel

  • Je kunt de verwijswoorden die/dat en met wie/waarmee juist gebruiken. 
  • Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide deelwoorden goed spellen. 

Slide 5 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 6 - Slide

Toets vrijdag 18 maart
Taalverzorging Hoofdstuk 3 en 4

Gaan we volgende week woensdag voorbereiden

Slide 7 - Slide

Vragen over huiswerk?
Maken 
Hoofdstuk 4 Taalverzorging Grammatica
Over het Meewerkend voorwerp
Startopdracht, Opdracht 1, 2 en 3
(bladzijde 106 en 107)

Slide 8 - Slide

Taalverzorging formuleren verwijswoorden
 
Hoofdstuk 4 Over verwijswoorden
het    =   dat de = die

Met wie  = persoon
Waarmee = dier of ding 
(op wie/waarop, tegen wie/waartegen, naast wie/waarnaast)

Slide 9 - Slide

Drie verschillende werkwoorden
1. pv tegenwoordige tijd.
2. pv verleden tijd. 
3. voltooid deelwoord 

Slide 10 - Slide

Filmpje NN

Slide 11 - Slide

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 12 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 13 - Slide

Voltooid deelwoord herkennen

Slide 14 - Slide

Waarom is het dus belangrijk dat je de regels moet kennen en niet op Word moet vertrouwen?
Geef antwoord met een goede zin.

Slide 15 - Open question

LASTIGE WERKWOORDEN
Van sommige werkwoorden klinkt de persoonsvorm tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord hetzelfde, MAAR je schrijft ze wel anders.

Slide 16 - Slide

Ge-, be-, ont-, ver-, her- 
Woorden, die hiermee beginnen zijn lastig. 
bijvoorbeeld:
Jan verstuurt een bericht
Jan heeft een bericht verstuurd.

Versturen - en = verstur --> r zit niet in  't ex-kofschip, dus verstuurd! Verlengproef --> verstuurde

Slide 17 - Slide

Aan de slag 
Maken 
Hoofdstuk 4 Taalverzorging Grammatica
formuleren over verwijswoorden
Startopdracht, Opdracht 1 t/m 4

Slide 18 - Slide

Maak opdracht 1 + 2 +3+4 
Lastige werkwoorden
H4 Taalverzorging spelling

Slide 19 - Slide

Tot de volgende keer!

Slide 20 - Slide