This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Present Perfect
Slide 1 - Slide
Deze les...
- Leer je hoe je Present Perfect moet maken
- Neem je de aantekening over in je schrift
- Oefen je met de opdrachten van het stencil
Slide 2 - Slide
Have
Has
I
you
she
he
it
we
they
Slide 3 - Drag question
Present Perfect(neem over in je schrift)
Je gebruikt de Present Perfect
- om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en nu zo is
I have lived in Oosterhout for 4 months now.
- om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd, maar er staat niet bij wanneer het was
Peter has bought a new car.
Slide 4 - Slide
Zo maak je de Present Perfect:
I have walked
you have walked
shit has walked
we have walked
they have walked
Have/has + ww+ed
voltooid deelwoord
Slide 5 - Slide
Onregelmatige werkwoorden
Er zijn ook werkwoorden waar je geen -ed achter kan zetten om een voltooid deelwoord te maken. Dit zijn onregelmatige werkwoorden. Bij onregelmatige werkwoorden gebruik je het 3e rijtje voor de present perfect. Je ziet in de opdracht dat een ww onregelmatig is door een *
We have gone on holiday to Spain since 2007.
Peter has done his homework.
heel ww
past simple
volt. dw
to go
went
gone
to do
did
done
Slide 6 - Slide
My brother ___ (work) very hard
Slide 7 - Open question
My parents ___ (play) a game.
Slide 8 - Open question
I ___ (be) to Paris
Slide 9 - Open question
Ontkennend maken
Je maakt de present perfect ontkennend door n't achter has of have te zetten.
She has been to London - She hasn't been to London
The students have worked hard - the students haven't worked hard
Slide 10 - Slide
Vragend maken
Omdat het gezegde bij de present perfect uit 2 werkwoorden bestaat mag je nu wel de pv (have of has) en het onderwerp omdraaien: