Les 3 - De man

Thema 4

Voortplanting
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 4

Voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen B1
  • Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen. 

  • Je moet de lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen in de puberteit kunnen aangeven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hormonen

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Je moet de onderdelen van het mannelijk geslachtsorgaan kunnen benoemen. 

Je moet de functie van de verschillende onderdelen kunnen uitleggen. 

Slide 5 - Slide

Het voortplantingsstelsel
van een man
Basisstof 3

Slide 6 - Slide

Aantekening

Zaadcellen worden gemaakt in de teelballen en
opgeslagen in de bijballen.

 

Slide 7 - Slide

Aantekening

Zaadcellen worden gemaakt in de teelballen en
opgeslagen in de bijballen.

Vanaf welke leeftijd?

 

Slide 8 - Slide

Verschillend per persoon!
Primaire geslachtskenmerken 
vrouw 

Slide 9 - Slide

De Balzak

De balzak  bevindt zich buiten het lichaam.

Waarom?

Slide 10 - Slide

Zaadblaasjes
Voegen vocht toe worden spermacellen bewegelijk. 

Slide 11 - Slide

Prostaat
 Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. 

Daar worden ze vermengd met het prostaatvocht.

Slide 12 - Slide

Aantekening

Zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht
toe aan de zaadcellen. 


 

Slide 13 - Slide

Sperma
  • Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen.
  • Zaadcellen worden vervoerd door de zaadleiders.
  • Zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe.
  • Vocht uit zaadblaasjes bevat voedingsstoffen voor de  zaadcellen.

                           vocht en zaad = sperma

Slide 14 - Slide

Aantekening

vocht + zaad = sperma

 

Slide 15 - Slide

Sperma
Zaadcel

Slide 16 - Slide

Orgasme
Een ander woord voor orgasme is 'klaarkomen'.

Een man krijgt dan een zaadlozing

Hierbij komt het sperma uit de penis. 

Slide 17 - Slide

Erectie
De rode delen heten 'zwellichamen'.

Zwellichamen vullen zich met bloed.

Zo krijgt een man een stijve penis.
 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 18 - Slide

Aantekening
Als de zwellichamen zich vullen met bloed wordt een
penis stijf (= erectie)

Orgasme/klaarkomen = als een man een zaadlozing krijgt/sperma komt uit de penis

Slide 19 - Slide

De eerste zaadlozing

Slide 20 - Slide

3 manieren om een orgasme te krijgen bij een man
1) zelfbevrediging of masturbatie
Een jongen of man beweegt met zijn hand de huid om de penis op en neer. Dit wordt ook wel 'aftrekken' genoemd. 
2) Natte droom
Een jongen of man krijgt in zijn slaap vanzelf een zaadlozing. 
3) Seks
Door het bewegen van de penis in de vagina kan een man klaarkomen. 

Slide 21 - Slide

Eikel & voorhuid
  • De eikel is erg gevoelig

  • Dunne huidplooi over de eikel

  • 'Besnijden' om hygiënische redenen  

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Op welke leeftijd beginnen jongeren aan seks?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

In welk orgaan worden de zaadcellen geproduceert?
A
bijballen
B
teelballen
C
prostaat
D
zaadblaasjes

Slide 28 - Quiz

Waarom hangt de balzak van de man van het lichaam af?
A
om de weg naar buiten langer te maken
B
voldoende bewegingsruimte teelballen
C
Om de temperatuur te regelen
D
Om de penis in evenwicht te houden

Slide 29 - Quiz

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 30 - Quiz

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 31 - Quiz

De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 32 - Quiz

Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelbal, testis
zaadleiders
de prostaat
teelballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 33 - Drag question

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 34 - Quiz