IBO 12 - deel 2

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Check-in
  • De vorige les......
  • 12: Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaarten V12.6

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ga jij alles afkrijgen voor IBO?
Jazeker!!!
PFFF, ik weet het niet
NEEEEEEEE

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Wat weet jij nog
over dementie?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Als je een cliënt helpt bij het aantrekken van jas, dan....
A
begin je met de goede arm
B
begin je met beide armen
C
begin je met de minder goede arm
D
maakt het niet uit in welke volgorde je dat doet

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Jas aantrekken
Je kunt collega's assisteren bij het aankleden van zorgvragers. Je assisteert bij het aan- en uittrekken van een pyjama of jas bijvoorbeeld. Sommige zorgvragers hebben een goede en minder goede arm, bijvoorbeeld door verlamming. Bij het aankleden van een jas begin je met de 'minder goede' arm. Bij het uitkleden begin je met de 'goede' arm. Maak tijdens het aankleden een praatje. Stimuleer de zorgvrager om zoveel mogelijk zelf te doen. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Antislipmat
Ritsopener
Shoenlepel
Aankleedstok

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Van beroepsopdracht V12 leer ik...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie of bij particulieren ter ondersteuning van werken en wonen.


Je werkt met verschillende doelgroepen. Niet iedere doelgroep heeft dezelfde ondersteuning nodig. Dat is afhankelijk van de onderliggende aandoeningen. Je communicatie stem je ook af op je doelgroep. In deze beroepsopdracht leer je meer over veel voorkomende onderliggende aandoeningen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 11 - Slide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Aan het einde van deze les...


  • Ik weet wat ik cliënten niet te eten mag geven;
  • Ik hou rekening met de allergieën van een cliënt;
  • Ik weet welk gedrag mensen met dementie kunnen vertonen.

Slide 12 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leskaart V 12.6 Ondersteunen bij eet-en drinkmomenten
Mensen met een beperking kunnen niet altijd zelfstandig eten en drinken. Ze mogen ook niet altijd alles meer eten. In leskaart B 12.2 heb je hier al over geleerd.

 
Ouderen of zieken kunnen soms niet goed meer kauwen. Het eten moet dan bijvoorbeeld gepureerd worden. Rauw ei is ook gevaarlijk voor ouderen én voor jonge kinderen. Je moet weten wat je je cliënten wel en niet te eten en te drinken mag geven. Ook kunnen er allergiëen zijn waar je rekening mee moet houden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Je bent altijd beleefd tegen je cliënt. 
Ook als je cliënt eens op een vreemde manier reageert: ouderen met dementie kunnen bijvoorbeeld onrustig of angstig zijn. 
Het kan ook voorkomen dat ze kwaad reageren zonder dat daar aanleiding voor is. Ook dan blijf je rustig. 
Je bespreekt het met je stagebegeleider als zulke dingen gebeuren.
Je let ook altijd extra goed op veiligheid bij mensen met een aandoening of jonge kinderen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

V-studenten
Maak de opdrachten 52, 54, 55, 56 en 57
Vul de woordenlijst in.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bespreken opdrachten 55,56 en 57

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?
  • Ik weet wat ik cliënten niet te eten mag geven;
  • Ik hou rekening met de allergieën van een cliënt;
  • Ik weet welk gedrag mensen met dementie kunnen vertonen.

Slide 17 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).