voegwoorden

Grammatica P3, blz 202
Voegwoorden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Introduction

Les over zinnen en zinsstructuur.

Items in this lesson

Grammatica P3, blz 202
Voegwoorden

Slide 1 - Slide

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 2 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 4 - Slide

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Is gekoppeld door middel van een voegwoord
  • Voegwoord kan ook gebruikt worden bij een opsomming

Benthe en Daan fietsen samen naar huis, omdat ze in dezelfde straat wonen.

Slide 5 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen of woorden aan elkaar plakken.

Slide 6 - Slide

Voorbeelden zijn:

  • En
  • Maar
  • Dus
  • Want
  • of

  • Aangezien
  • Als
  • Dat
  • Doordat
  • Terwijl
  • Toen
  • ......

Slide 7 - Slide

Oefenen
Blz. 202.
Opdracht 2 t/m 5


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link