Vwo 3 spreken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands 

3 vwo

spreken

(speaking contest)

Ik heb zin in morgenavond?

😒🙁😐🙂😃

spreken in het openbaar

Wie kent het niet: dat gevoel in je maag vlak voordat je voor een groep moet spreken, de klamme handen, een bonkend hart en het ene na het andere doemscenario in je hoofd. Kom ik wel goed over? Waar laat ik mijn handen? Zitten mijn kleren wel goed? Heb ik wel alles bij me? 

Spreekangst is de meest voorkomende angst. Bijna 95% van de mensen heeft moeite met het spreken voor een groep. Mensen met spreekangst kunnen wekenlang wakker liggen voor een toespraak van maar vijf minuten. 

Een overtuigende presentatie 

Iemand die een overtuigende presentatie geeft, wil het publiek overtuigen van zijn standpunt of het publiek raken. Hij probeert dat doel te bereiken met goede argumenten, een heldere structuur, zoals de argumentatiestructuur of de voor- en nadelenstructuur, en een zelfverzekerde houding of een persoonlijkverhaal.

Zo beoordeel je een overtuigende presentatie

Vraag je het volgende af:

Zijn het onderwerp en het standpunt duidelijk?

Onderbouwt de spreker zijn standpunt met goede argumenten?

Weerlegt de spreker eventuele tegenargumenten?

 non-verbale communicatie, zoals ondersteunende gebaren, en een opgewekte en vriendelijke gezichtsuitdrukking?

Is de presentatie logisch opgebouwd? 

Herken je een structuur in het verhaal, zoals de argumentatiestructuur of de voor- en nadelenstructuur?

Laat de spreker een zelfverzekerde houding zien?

Spreekt hij rustig en duidelijk?

Maakt hij voldoende gebruik van non-verbale communicatie, zoals ondersteunende gebaren, en een opgewekte en vriendelijke gezichtsuitdrukking?

Wat is het verschil tussen de speech van Al Pacino en Leonardo di Caprio

Welke spreker raakt zijn 'publiek' het meest?

Welke vind ik het beste van de drie?

Wat kan je meenemen/gebruiken van wat je net hebt gezien in jouw 'speech' morgenavond?

werk aan je speech 

Of

Werken/leren voor toets 9 feb. 

woordenschat: stijlfiguren H1 H2, stijlfouten H4

en woorden H1 H2 (zie woordenlijsten Classroom)