- De docent maakt groepjes, er is één groepsleider!
- Knip de woordkaartjes uit, leg deze op een stapel in het midden van je groep met het lidw naar beneden.
- Zeg welk geslacht het znw is dat op je kaartje staat.
- Gebruik hierbij de geslachtsregels! Zeg deze hardop! Hiermee help je een ander.
- Maak een nieuwe stapel van de woorden die je niet goed had.