Kerstquiz 2024 - Frans

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze LessonUp ontdenk je de woordenschat rondom de feestdagen in Frankrijk.

Wie heeft straks de meeste goede antwoorden?

Slide 2 - Slide

In welk seizoen vieren we kerst?
A
en été
B
au printemps
C
en hiver
D
en automne

Slide 3 - Quiz

Op welke dag is het Noël in
Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre

Slide 4 - Quiz

Welke elementen horen bij ieder gelegenheid?
Noël
feu d'artifice
gâteau
bon anniversaire!
sapin
souffler les bougies
rudolphe 
le renne
bonne année
boules & guirlandes,
champagne
date de 
naissance

Slide 5 - Drag question

Koppel de woorden aan de plaatjes
chanter
le sapin de Noël
faire la fête
les cadeaux
la carte de voeux 
les feux d'artifice

Slide 6 - Drag question

Welke Franse woorden kun je maken met
deze letters?
SPIAN ED LNEO

Slide 7 - Open question


CDAUAEX
Welk woord kun je met deze letters maken ?

Slide 8 - Open question

5

Slide 9 - Video

In Frankrijk eet men met kerst een 'bûche de Noël' als dessert. Wat is dat?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

00:36
wat wordt NIET gezegd over het vieren van Kerst?
A
Kerst wordt niet gevierd voor religieuze of culturele redenen.
B
Landen onder de evenaar vieren Kerst in de zomer.
C
Het is één van de meest gevierde feesten op de planeet.
D
Mensen die niet christelijk of niet gelovig zijn kunnen zich niet herkennen in de kerstviering.

Slide 11 - Quiz

00:44
De meerderheid die Kerst viert vindt het vooral leuk om...
A
op vakantie te gaan.
B
cadeau's te ontvangen.
C
een bijzondere maaltijd te eten.
D
een familie reünie te hebben.

Slide 12 - Quiz

00:57
Om welke reden willen sommigen juist niet Kerst vieren?

Slide 13 - Open question

01:06
Welk land viert sinds kort nu Kerst ook al hoort dit niet bij de cultuur?

Slide 14 - Open question

01:25
Wat wordt hier bedoeld met deze drie voorbeelden?
A
Dat ieder land het feest eigen maakt.
B
Dat Kerst steeds meer Amerikaans wordt.
C
Dat kerstversieringen steeds meer huisgemaakt zijn.

Slide 15 - Quiz


Comment dire 'fijne kerst' en français?
A
Joyeux Noël Joyeux Noël
B
Meilleurs voeux
C
Bonne Année
D
Bonnes fêtes

Slide 16 - Quiz

Je hebt le réveillon de Noël en le réveillon de Saint-Sylvestre. Wat betekent le réveillon?
A
De dag van Joyeux Noël
B
De avond voor
C
De traditie
D
Het feest

Slide 17 - Quiz


In Frankrijk wordt tijdens het avondeten vaak kaas genuttigd als gang. Wanneer krijg je dit?
A
Aan het begin van het diner Joyeux Noël
B
Tussen het voor en hoofdgerecht
C
Tussen het hoofdgerecht en het toetje
D
Na het toetje

Slide 18 - Quiz